Nakijken + start werkwoordspelling

Welkom klas 1E
- Ga rustig zitten.
- Hang je jas over je stoel.
- Pak je lesboek, schrift en een pen.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas 1E
- Ga rustig zitten.
- Hang je jas over je stoel.
- Pak je lesboek, schrift en een pen.

Slide 1 - Diapositive

Voor de vakantie
- Hoofdletters en leestekens
- Meervouden op -en
- Meervouden op -s
- Bijvoeglijk naamwoord.


Slide 2 - Diapositive

Vandaag
- Huiswerk nakijken

- Start werkwoordspelling

Vrijdag 15 maart: proefwerk spelling en werkwoordspelling 
(Te leren blz. volgt nog. Komt in Som te staan.)

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk nakijken
L. theorie blz. 124 M. opdr. 1 tm 4
L. theorie blz. 154 M. opdr. 1 tm 3
Blz. 258 M. opdr. 1 tm 4

Slide 4 - Diapositive

Start werkwoordspelling
- Je kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen.

- Je weet het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden.

- Je kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden correct spellen.

Slide 5 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Het onderwerp bepaalt hoe je de persoonsvorm schrijft. 


Slide 6 - Diapositive

Wat is de juiste spelling?
1. Mijn moeder ..................... (beantwoorden) de vraag die ik stel niet.

2. Je ......................... (controleren) je huiswerk toch wel goed?

3. ......................... (worden) hij ook altijd zo gefrustreerd als het niet lukt?

4. Ik ............................... (vinden) jouw tas echt heel mooi.
timer
2:00

Slide 7 - Diapositive

Antwoorden
1. Mijn moeder beantwoordt de vraag die ik stel niet.

2. Je controleert je huiswerk toch wel goed?
3. Wordt hij ook altijd zo gefrustreerd als het niet lukt?
4. Ik vind jouw tas echt heel mooi.


Slide 8 - Diapositive

Aan de slag:
blz. 36 opdr. 1 tm 4 + 6

Slide 9 - Diapositive

timer
3:00

Slide 10 - Diapositive

Sterk of zwak?
En sterk werkwoord verandert in de verleden tijd van klank:
ik loop  --> ik liep

Een zwak werkwoord heeft de kracht niet om van klank te veranderen en krijgt daarom hulp door -te(n) of -de(n)
Ik beantwoord --> ik beantwoordde

Slide 11 - Diapositive

Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden
Bij de pvvt bepaalt het onderwerp ook hoe je de persoonsvorm schrijft. Alleen heb je wat minder regels bij het schrijven van de pvvt van zwakke werkwoorden.

Het onderwerp is enkelvoud --> stam + te     of       stam + de

Het onderwerp is meervoud --> stam + ten   of    stam + den

TaXi KoFSCHiP  --> zit de laatste letter van de stam in dit woord? Dan schrijf je en -t. Zit de laatste letter er niet in, dan schrijf je een -d.

Slide 12 - Diapositive

Wat is de juiste spelling in de verleden tijd?
1. Mijn moeder ..................... (beantwoorden) de vraag die ik stelde niet.

2. Je ......................... (controleren) je huiswerk toch wel goed?

3. ......................... (gooien) jullie de bal van ver?

4. Die tassen ............................... (kosten) echt heel veel geld.
timer
2:00

Slide 13 - Diapositive

Antwoorden
1. Mijn moeder beantwoordde de vraag die ik stel niet.

2. Je controleerde je huiswerk toch wel goed?
3. Gooiden jullie de bal van ver?
4. Die tassen kostten echt heel veel geld..


Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
Huiswerk voor vrijdag:
blz. 36 opdr. 1 tm 4 + 6
blz. 66 opdr. 1 tm 5

Slide 15 - Diapositive