Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Dag 6
Thema 8: Technologie
Dag 6
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
ISK
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Thema 8: Technologie
Dag 6
Slide 1 - Diapositive
Woorden van vandaag:
voorstellen
wanneer
want
wel
de wereld
werken
de werker
de zee
Slide 2 - Diapositive
42. voorstellen
(ww)
kennismaken
zin
: Zal ik me even
voorstellen
? Mijn naam is Koos Huisman.
een voorstel doen, iets aanbieden
Ik wil
voorstellen
om vanavond naar de bioscoop te gaan.
Het bedrijf stelt mij voor om de bank te laten repareren.
Slide 3 - Diapositive
43. wanneer (vraagwoord)
op welke tijd of datum
zin
:
Wanneer
ben je terug? Vanmiddag om 16:00 uur ben ik weer thuis.
zin
:
Wanneer
ben je jarig? Ik ben 23 maart jarig.
Slide 4 - Diapositive
44. want (voegwoord)
dit woord gebruik je om te zeggen wat de reden van iets is
zin
: Ik ga naar bed,
want
ik ben moe.
zin
: Ik kom niet naar school,
want
ik ben ziek.
Slide 5 - Diapositive
45. wel
dit woord gebruik je om te zeggen dat iets waar is
wel waar <--> niet waar
zin
: Ik hou niet van koffie, maar mijn vriendin
wel
.
zin
: Die jurk is
wel
leuk, maar ik vind de broek mooier.
Slide 6 - Diapositive
46. de wereld (znw)
de aarde
zin
: Op de hele
wereld
wonen 7 miljard mensen (7.000.000.000).
Slide 7 - Diapositive
47. werken
(ww)
taken doen
Je werkt om geld te verdienen.
TT - ik werk, jij werk
t
, wij werken
VT - ik werk
te
, wij werk
te
n
VTD - ik
heb
ge
werk
t
zin
: Hij
werkt
in een schoenenwinkel.
Slide 8 - Diapositive
48. de werker (znw)
iemand die taken doet
de werker - de werker
s
zin
: Hij is een harde
werker
.
Slide 9 - Diapositive
49. de zee (znw)
een grote hoeveelheid zout water tussen landen
de zee - de zee
ën
zin
: Als we naar het strand gaan, ga ik altijd in de
zee
zwemmen.
zin
: Den Helder ligt aan de
zee.
Slide 10 - Diapositive
Maak een zin met het werkwoord 'voorstellen'.
- Gebruik één van de twee betekenissen.
- Let op: scheidbaar werkwoord
42
Slide 11 - Question ouverte
... hebben wij een toets?
43
A
Wanneer
B
Vanaf
C
Wij
D
Maken
Slide 12 - Quiz
Ik blijf vandaag thuis, ... ik ben ziek.
44
A
daarom
B
waarom
C
want
D
omdat
Slide 13 - Quiz
Ik hou niet van koffie, maar mijn vriendin ...
A
lekker.
B
wel.
C
goedkoop.
D
allemaal.
Slide 14 - Quiz
Welke foto hoort bij 'de wereld'?
46
A
B
C
D
Slide 15 - Quiz
Waar zie je mensen 'werken'?
47
A
B
C
D
Slide 16 - Quiz
48
De werker
Slide 17 - Question de remorquage
Vissen zwemmen in de zee.
Den Helder ligt aan de zee.
De zee is rood.
De koeien staan in de zee.
49
A
waar niet waar waar waar
B
waar waar niet waar niet waar
C
niet waar waar niet waar niet waar
D
waar waar waar waar
Slide 18 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Dag 10
Mars 2024
- Leçon avec
13 diapositives
NT2
ISK
Dag 10
Octobre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
NT2
ISK
Dag 10
Septembre 2024
- Leçon avec
13 diapositives
NT2
ISK
Woensdag 13 juni 2023
Juin 2023
- Leçon avec
22 diapositives
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
woensdag 10 december 2023
Décembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
NT2
Basisschool
Groep 1
Dag 9 - Thema Eten
Mars 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Dag 9 - Thema Eten
Novembre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Dag 9 - Thema Eten
Septembre 2024
- Leçon avec
13 diapositives