Chapter 5 Theme Words B and D

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

Chapter 5 - Talking about animals

- Recap possessive S
- Much vs. Many

- In stilte werken
- Oefen met klasgenoot

Theme Words

to growl

cute

playful

scary

smart

wild

to bark

to bite

Animal?

What animal can growl?

What animal is cute?

What animal is playful?

What animal is scary?

What animal is smart?

What animal is wild?

What animal barks?

What animal bites?

Wanneer gebruikt je een ...'s of ...s' in het Engels?

1. meervoud
2. enkelvoud
3. als iets van iemand is
4. als ze kort zijn

Bezitsvorm

Je voegt 's toe als het om de eigenaar van een persoon, dier, land of organisatie gaat.

* Kan ook bij: night, day, month, year

The pen of Mariah

1. Mariah's pen
2. Mariahs' pen
3. Mariahs pen
4. Mariah pen

The book of Chris

1. Chris's book
2. Chris' book
3. Chris book
4. Chrises book

Als een woord al op een s eindigt (meervoud)

The ducks' babies are super cute!

Let op: bij een naam van een persoon mag er WEL een 's achter:
Chris's book.

Of

OF bij een ding van een ding.

I love the smell OF roses.

of or 's
name / turtle

1. name of the turtle is..
2. the turtle's name is

Well done!

We gaan beginnen met MUCH en MANY.
Ze betekenen allebei: VEEL

MANY books
MUCH food 

Denk even rustig na. Wanneer gebruik je welke?
Steek je hand op als je het weet.

Much

Bij ONtelbare dingen.

Je kunt niet zeggen: 1 food, 2 food.
Ook niet: 1 water, 2 water.
Of: 1 sand, 2 sand.

Dan gebruik je much.
"I have much sand in my shoes"

Many

Bij telbare dingen.

Je kunt zeggen: 1 dog, 2 dogs.

En: 1 leaf, 2 leaves.

Of: 1 animal, 2 animals.

Dan gebruik je many.

"I like many animals.

Kies much of many.

How ..... money do you have?

1. much
2. many

Kies much of many.

How ..... wings has a butterfly?

1. much
2. many

Kies much of many.

There is ... noise on the street.

1. much
2. many

Work

Work in silence for 10 minutes. 
After 10 minutes, you may discuss with your classmate.

Chapter 5 B: 12a, 13, 14, 15, 16, 18 (p. 62-64)
Chapter 5 D: 26a, 27a, 29a, 30, 32a+b (p. 70-73)

Finished? Work together on exercise 33a.
Finished? Slimstampen + Quizlet vocab