1.2 functie van beeld

1   LUISTEREN & KIJKEN
         1   LUISTEREN & KIJKEN

- 1.1  Gericht luisteren en kijken

- 1.2 Functie van beeld
- 1.3 Aantekeningen maken

                                                                              CKS04
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

1   LUISTEREN & KIJKEN
         1   LUISTEREN & KIJKEN

- 1.1  Gericht luisteren en kijken

- 1.2 Functie van beeld
- 1.3 Aantekeningen maken

                                                                              CKS04

Slide 1 - Diapositive

DOEL VAN DE LES  '1.2 functie van beeld'

Je haalt informatie uit het beeld bij de tekst en kunt de functie(s) ervan benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 1

Bekijk het eerste filmpje zonder geluid: 




Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

1.1 Welke vragen kun je zien na het beantwoorden van het beeld?
Type de letters.

Slide 10 - Question ouverte

Opdracht 1, vraag 2 t/m 4

Kijk en luister naar het fragment: 




Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

1.2 Welke vragen kun je nu beantwoorden?

Slide 13 - Question ouverte

1.3 Wat vind jij?
Ik kan goede raviolikussentjes maken.
A
Als ik alleen de beelden zie
B
Als ik alleen het geluid hoor.
C
Alleen als ik het beeld zie én het geluid hoor

Slide 14 - Quiz

1.4 Wat is de functie van de beelden in dit filmpje?
A
Informatie geven
B
Sfeer oproepen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Lien

2.1 Wat is het onderwerp van dit fragment?

Slide 17 - Question ouverte

2.2 Na de introductie van het onderwerp wordt duidelijk welke vraag in dit fragment beantwoord gaat worden. Op welke manier maakt de maker dit duidelijk?
A
Je ziet het alleen
B
Het wordt alleen gezegd
C
Je ziet het en het wordt gezegd

Slide 18 - Quiz

2.3 Noteer de vraag die in dit fragment beantwoord gaat worden.

Slide 19 - Question ouverte

2.4 Wat blijkt uit de manier waarop de mannelijke presentator in het eerste deel van het filmpje de vragen stelt?
A
Hij is wat zenuwachtig
B
Hij is niet echt geïnteresseerd
C
Hij is nogal verbaasd

Slide 20 - Quiz

2.5 Hoe maken de makers duidelijk dat je voor 32 euro heel veel kunt eten?
A
Ze laten allerlei plaatjes van voedsel onder in beeld verschijnen
B
Ze laten de presentator allerlei dingen opnoemen die je kunt eten
C
Ze laten een menukaart zien waarop alles staat wat je kunt krijgen
D
Ze laten zien hoe een restaurant eruitziet en wat je er kunt krijgen

Slide 21 - Quiz

2.6 In het tweede deel legt iemand uit welke tactiek er gebruikt wordt om geld te verdienen. Hij gebruikt hiervoor een tekenbord en plaatjes. Zou de uitleg even goed te begrijpen zijn als hij het bord niet gebruikt?

Slide 22 - Question ouverte

2.7 Welke verleidingstactieken zal een slimme ondernemer volgens de uitleg gebruiken?
A
a, b, c
B
d, e, f
C
b, c, d
D
b, d, e

Slide 23 - Quiz

2.8 Veel woorden of zinnen die worden gezegd, verschijnen in beeld.
Wat vind jij hiervan?
A
Ik vind het handig
B
Ik word erdoor afgeleid
C
Iets anders, namelijk...

Slide 24 - Quiz

Opdracht 3

Bekijk het filmpje: 




Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

3.1 Dit filmpje is onderdeel van een serie. Wat is het onderwerp van die serie?

Slide 27 - Question ouverte

3.2 Over welk deelonderwerp gaat dit filmpje?
A
konijnen
B
insecten
C
spinnen
D
lekker eten

Slide 28 - Quiz

3.3 Waarom laat de maker de reactie van de voorbijgangers zien? Om duidelijk te maken dat...
A
je van insecten heel gemakkelijk lekkere snacks kunt maken
B
mensen altijd 'ja' zeggen als ze een gratis snack aangeboden krijgen
C
veel mensen het gek of eng vinden om insecten te eten

Slide 29 - Quiz

3.4 Naresh laat levende insecten zien. Deze beelden gebruikt de maker vooral
A
om de informatie te geven: ze zien levende insecten eruit
B
om sfeer op te roepen: bah, vies, niet om te eten

Slide 30 - Quiz

3.5 Mensen eten insecten omdat ze heel voedingsrijk zijn. Welke belangrijke voedingsstof bevatten insecten?
A
vitamine C
B
zout
C
eiwit
D
natrium

Slide 31 - Quiz

3.6 Welke uitdrukking past het best bij de uitleg van Bart?
A
Hij is zo gezond als een vis
B
Over smaak valt niet te twisten
C
Wat de boer niet kent, dat eet hij niet.

Slide 32 - Quiz

3.7 Beeld kan twee functies hebben:
1. informatie geven
2. sfeer oproepen
Welke functie(s) hebben de beelden in dit filmpje?
A
alleen 1
B
alleen 2
C
1 en 2

Slide 33 - Quiz

3.8 Aan het eind laat Naresh opnieuw mensen insecten proeven. Hoe reageren de mensen nu? Ze vinden de snack wel / niet lekker.
A
wel
B
niet

Slide 34 - Quiz

3.9 Hoe denk je dat het komt dat deze mensen anders reageren dan de mensen aan het begin?

Slide 35 - Question ouverte

3.10 Welke conclusie trekt Naresh aan het eind van het filmpje?
A
De meeste mensen gaan nooit insecten eten, omdat ze eng zijn
B
Mensen gaan in de toekomst wel insecten kopen, maar ze laten ze gewoon in de kast staan
C
Over een paar jaar vinden we het eten van insecten heel gewoon

Slide 36 - Quiz

3.11 Welk woord past het best bij de houding van Naresh?
A
Enthousiast
B
Onzeker
C
Serieus

Slide 37 - Quiz

Terugblik

Slide 38 - Diapositive