Nederlands Betrouwbaarheid van een tekst

TekstDOEL

Het doel wat de schrijver met de tekst wil bereiken.
TekstSOORT

Hoe ziet de tekst eruit?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

TekstDOEL

Het doel wat de schrijver met de tekst wil bereiken.
TekstSOORT

Hoe ziet de tekst eruit?

Slide 1 - Diapositive

Welke tekstdoelen zijn er? 

Slide 2 - Diapositive

Tekstdoelen

Slide 3 - Diapositive

Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 4 - Quiz

Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
instructeren
D
amuseren

Slide 5 - Quiz

Tekstdoelen.
Welke hoort er niet bij?
A
Overhalen
B
Mening geven
C
Titel
D
Vermaken/amuseren

Slide 6 - Quiz

vragen
VRAGEN? 

Slide 7 - Diapositive

DOEL


- Je kunt beoordelen of de informatie in een tekst betrouwbaar is

Betrouwbaarheid van teksten

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Betrouwbaarheid van teksten


Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.

Daarom moet je een tekst kritisch lezen.

Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op

de bron,  de schrijver, het doel van de tekst.

Slide 10 - Diapositive

De bron van een tekst

Waar komt de tekst vandaan?

actueel?

Kan ik de informatie checken?

Slide 11 - Diapositive

Het doel van een tekst

Objectief of subjectief?

Feiten of meningen?

Informatie of overtuigen?

Blijf nadenken wat de schrijver van je wil!

Slide 12 - Diapositive

Een feit





----------------------------------------------------
Een mening
  • kun je controleren;
  • kun je bewijzen;
  • is concreet;
  • kun je niet weerleggen.
  • Over een feit kun je niet van mening verschillen; het is zoals het is.
----------------------------------------------------
  • is persoonlijk, van jou;
  • kun je ondersteunen met argumenten: Ik vind dit, want ...
  • Je kunt heel goed van mening veranderen, zeker wanneer je gesprekspartner met goede argumenten komt.

Slide 13 - Diapositive

Aan het werk
  • Ga naar: Nederlands lezen/luisteren/kijken.
  • Ga naar 1.3: Betrouwbaarheid en bruikbaarheid
  •  Maak opdracht 1 t/m 4

Slide 14 - Diapositive