4.4

Wat zijn voorbeelden van directe kosten?
A
Opleidingskosten
B
Verpakkingskosten
C
Grondstofkosten
D
Huurkosten
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Wat zijn voorbeelden van directe kosten?
A
Opleidingskosten
B
Verpakkingskosten
C
Grondstofkosten
D
Huurkosten

Slide 1 - Quiz

Loon van de manager
A
Constante kosten
B
Directe kosten
C
Variabele kosten
D
Indirecte kosten

Slide 2 - Quiz

Brandstofkosten bedrijfswagen
A
Constante kosten
B
Directe kosten
C
Variabele kosten
D
Indirecte kosten

Slide 3 - Quiz

Afschrijving van de koelmachine
A
Constante kosten
B
Directe kosten
C
Variabele kosten
D
Indirecte kosten

Slide 4 - Quiz

Inkoopwaarde van de verkopen
A
Constante kosten
B
Directe kosten
C
Variabele kosten
D
Indirecte kosten

Slide 5 - Quiz

Op welke wijze kun je indirecte kosten bij de directe kosten van een product onderbrengen?
A
De directe kosten verhogen met een opslagpercentage
B
De directe kosten verhogen met een vast opslagbedrag
C
De directe kosten verhogen met de opslagkosten

Slide 6 - Quiz

Kosten gas, water en elektra
A
Direct
B
Indirect

Slide 7 - Quiz

Huisvestigingskosten
A
Direct
B
Indirect

Slide 8 - Quiz

Loonkosten
A
Direct
B
Indirect

Slide 9 - Quiz

Materiaalkosten (productie)

A
Direct
B
Indirect

Slide 10 - Quiz

4.4 primitieve opslagmethode
opdrachten 

koyuncu

Slide 11 - Diapositive

De kosten van Heid's bedrijf worden vooral bepaald door de inkoop, verzending en opslag van de producten. Op welke wijze kan zij het opslagpercentage het beste berekenen?
A
Als een percentage van het totaal van alle directe kosten
B
Als een percentage van de inkoopwaarde van de omzet
C
Als een percentage van de directe loonkosten

Slide 12 - Quiz

Twan heeft € 75.000 totale indirecte kosten. Zijn directe kosten zijn de inkoopwaarde van de omzet (€ 250.000) en de directe loonkosten (€ 125.000). In totaal zijn de directe kosten € 375.000. Twan wil een opslagpercentage op basis van de totale directe kosten. Welke berekening moet hij dan maken?

Slide 13 - Question ouverte

€75000 indirecte kosten totaal. De totale directe kosten zijn €375.000. Bereken de opslagpercentage

Slide 14 - Question ouverte

De inkoopprijs is €2 en de directe loonkosten €1. Bereken de kostprijs

Slide 15 - Question ouverte

€3,6 is de KP. Wat is haar vp bij een winstmarge van 40%?

Slide 16 - Question ouverte

Haar inkoopprijs was €3 en de verkoopprijs is €5,04. Wat is haar brutowinst?

Slide 17 - Question ouverte

Op de rommelmarkt: €100 totale indirecte kosten, €200 totale directe kosten waarvan drie kwart Directe loonkosten en de andere kwart de inkoopwaarde.
Wat is de opslagpercentage op basis van alle drie de methoden

Slide 18 - Question ouverte

Op de rommelmarkt: €100 totale indirecte kosten, €200 totale directe kosten waarvan drie kwart Directe loonkosten en de andere kwart de inkoopwaarde.
Wat is de opslagpercentage op basis van alle drie de methoden
1. €100/ €50 *100 = 200% op basis van inkoopwaarde
2. €100 /€150*100 = 66,7%
3. €100/ €200*100 = 50% De afzet op die dag is 100 stuks. Bereken de kostprijs op basis van de opslagpercentages

Slide 19 - Question ouverte