3TB Cursus taal §5 Miscommunicatie + woordenschat

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Fijn dat je er bent!
Pak je boek, je pen, je iPad voor en log in op deze LessonUp. 

Pak je huiswerk voor. Boek vergeten, niet ingelogd of lege iPad? Dan doe je niet 
mee met de les. 

timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

Welkom klas 3K/TL
Cursus 4: TAAL
 §5 Miscommunicatie

Ga zitten volgens de plattegrond. 
Maak opdracht 1, 2 & 4 (blz. 94-95)
Klaar? Lees de tekst op blz. 98
timer
12:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

  • Je weet wat het begrip miscommunicatie inhoudt. 
  • Je kan in situaties waarin miscommunicatie optreedt, aangeven waardoor dit is ontstaan. 
Lesdoelen

Slide 5 - Diapositive

Welkom klas 3TB
Woordenschat
Woordenlijst + woordjes leren

Slide 6 - Diapositive

Planning vandaag
  • Herhaling: miscommunicatie
  • Uitleg: woordbetekenissen
  • Woordenlijst uitdelen
  • Opdrachten maken

Slide 7 - Diapositive

Herhaling: miscommunicatie
Gaat het in de volgende situaties om miscommunicatie? 
a. 'Ik was bij Omar' zeg je tegen je leraar. 'Hoe ging het met je oma?' vraagt hij. 
b. 'Waarom heb je niet geappt?' vraag je aan je vriendin. 'Ik kon niet appen omdat geen internet had' zegt ze. 
c. Een journalist vraagt aan een minister wat hij aan de opwarming van de aarde gaat doen en de minister antwoordt 'Klimaatverandering is een groot probleem'.

Slide 8 - Diapositive

Herhaling: miscommunicatie
Gaat het in de volgende situatie om miscommunicatie? 

Slide 9 - Diapositive

Woordenschat
Maak gebruik van woordraadstrategieën:
1. Een synoniem zoeken
2. Een voorbeeld zoeken
3. Een omschrijving zoeken
4. Een tegenstelling zoeken

Slide 10 - Diapositive

1. Een synoniem
Sommige woorden hebben ongeveer dezelfde betekenis. Deze woorden noem je synoniemen. Trottoir is een synoniem van stoep. Wagen is een synoniem van auto.
Vaak staan synoniemen van elkaar in dezelfde zin. Zo niet, lees dan ook de zin voor het moeilijke woord of de zin erna. Bij een synoniem gaat het om één woord dat dezelfde betekenis heeft als het het onbekende woord.

Slide 11 - Diapositive

2. Een voorbeeld
Er komt vaak een voorbeeld na woorden als: zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van...

In het ziekenhuis werken veel specialiteiten, zoals een oogarts en en een chirurg.
Let op: voorbeelden kunnen ook na een dubbele punt of tussen haakjes of komma's staan.
Tijdens biologie hadden we het over het gebruik van onze zintuigen: zien, horen, proeven, voelen, ruiken.

Slide 12 - Diapositive

3. Een omschrijving
Een omschrijving is een uitleg van een onbekend woord. Bij een omschrijving worden meer woorden gebruikt dan bij een synoniem.

Omschrijving staan vaak:
  • (tussen haakjes)
  • tussen komma's,
  • in dezelfde zin, in de zin ervoor of erna

Mijn oma heeft last van staar, een aandoening
waarbij de lens van het oog is vertroebeld.

Slide 13 - Diapositive

4. Een tegenstelling
Soms helpt een tegenstelling je de betekenis van het woord te vinden.

Na volgende woorden volgt vaak een tegenstelling: maar, echter, toch, daarentegen.

Deze nieuwe bibliotheek heeft een moderne uitstraling en ziet er heel anders uit dan het vorige ouderwetse gebouw.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Vandaag:
Je hebt een woordenlijst gekregen die je moet
leren voor de toetsweek. 

Maak alle opdrachten in de online methode bij Cursus 9: Woordenschat: schooltaal / politiek / landbouw / reizen

Klaar? Maak de oefenopdracht Taal. 
timer
20:00

Slide 16 - Diapositive