Lezen h3: tekstverbanden en signaalwoorden (2)

tekstverbanden en signaalwoorden.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

tekstverbanden en signaalwoorden.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Huiswerk bespreken
Terugblik vorige les
Leerdoelen voor deze les
Theorie tekstverbanden en signaalwoorden
Opdrachten maken

Slide 2 - Diapositive

Lees tekst 3 precies (opdracht 2)
Welk verband vind je vooral
A
oorzakelijk verband
B
opsommend verband
C
toelichtend verband
D
vergelijkend verband

Slide 3 - Quiz

Schrijf alle signaalwoorden op die dit verband aangeven.

Slide 4 - Question ouverte

Welke tekstverbanden ken je nog?

Slide 5 - Question ouverte

Begrijpend lezen H3
Tekstverbanden en signaalwoorden
- doel-middelverband
- samenvattend verband
- voorwaardelijk verband
- toegevend verband 

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
Na de lessenserie kun je: 
- doel-middelverband, samenvattend verband, voorwaardelijk verband en toegevend verband herkennen in een tekst
- de bijbehorende signaalwoorden herkennen 

Slide 7 - Diapositive

Tekstverbanden
In dit hoofdstuk leer je over de volgende tekstverbanden: 
- doel-middelverband
- samenvattend verband
- voorwaardelijk verband
- toegevend verband

Slide 8 - Diapositive

Wat zou een doel-middelverband inhouden?

Slide 9 - Question ouverte

doel-middelverband
Een doel-middelverband geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
aan de hand van, zodat, om te, door middel van, met, met behulp van, middels, opdat 

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld: Wat is het doel en wat is het middel? 
Fabrikanten van voedingsproducten willen veel verkopen. Om dat te bereiken, gebruiken ze in hun productinformatie slimme termen als 'geen vet', 'extra vitamines' en 'licht verteerbaar'. 
Ook hebben ze regelmatig kortingsacties. Tenslotte spelen ze handig in op verlangens van mensen door middel van reclamekreten als 'de lekkerste' en 'eenvoudig te bereiden'.  

Slide 11 - Diapositive

Wat zou een samenvattend verband inhouden?

Slide 12 - Question ouverte

Samenvattend verband
Bij een samenvattend verband geeft de auteur een verkorte weergave van de informatie uit de tekst. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
kortom, samengevat, met andere woorden, al met al 

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld: Wat wordt hier samengevat? 
Het bestuur wil strenge maatregelen nemen tegen de speler. De spelersraad vindt dit overdreven en de leider van het team denkt dat een waarschuwing voldoende is. Kortom, het is nog onduidelijk hoe dit gaat aflopen.

Slide 14 - Diapositive

Wat zou een voorwaardelijk verband inhouden?

Slide 15 - Question ouverte

Voorwaardelijk verband
Een voorwaardelijk verband maakt duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt. 

bijbehorende signaalwoorden: 
als...dan, indien, tenzij, mits 

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeld: Wat is het voorwaardelijke verband? 
Als je nu meteen vertrekt, kun je nog op tijd komen voor het concert.

Slide 17 - Diapositive

Wat zou een toegevend verband inhouden?

Slide 18 - Question ouverte

Toegevend verband
Bij een toegevend verband wordt een andere kant van de zaak gegeven. De toegeving kan ook achteraan staan. 

Bijbehorende signaalwoorden: 
ook al, zij het (dat), weliswaar, (al)hoewel, ofschoon, desondanks, niettemin 

Slide 19 - Diapositive

Voorbeeld: Wat is hier de toegeving? 
Hoewel An van kamperen houdt, gaat ze dit jaar niet mee naar de camping. 

Ik trok de hele dag met de kinderen op, hoewel ik eigenlijk doodmoe was.

Slide 20 - Diapositive

Lezen hoofdstuk 3
 Maak opdracht 1, 2 en 4
Kijk het gemaakte huiswerk na. De antwoorden kun je vinden op magister bij de les van vandaag.

Slide 21 - Diapositive