thv1b H1/H2/H3 KERN

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Startvraag: welk tekstdoel komt vaak voor in een krant?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Overtuigen

Leerdoelen:

1. R: Ik ken de verschillende tekstdoelen.
2. T1: Ik kan het doel van een tekst herkennen.
3. I: Ik kan tekstdoelen koppelen aan tekstsoorten én voorbeelden geven.

Tekstdoel

1. Informeren

2. Beschouwen

3. Overtuigen

Uitleg

1. De lezer krijgt informatie over het onderwerp.

2. De lezer komt te weten hoe iets werkt/hoe iets in elkaar zit. 

3. De schrijver geeft zijn mening en wil de lezer hiervan overtuigen.

Tekstdoel

4. Activeren

5. Amuseren

Uitleg

4. De schrijver wil dat de lezer iets gaat doen/iets gaat kopen.

5. De schrijver wil de lezer vermaken, ervoor zorgen dat hij plezier heeft.

Tekstdoel

1. Informeren

2. Beschouwen

3. Overtuigen

4. Activeren

5. Amuseren

Tekstsoort

1. informerende tekst

2.uiteenzettende/be-schouwende tekst

3. betogende tekst

4. activerende tekst

5. amuserende tekst

Voorbeelden

1. weerbericht, lesboek, nieuwsartikel

2. tijdschriftartikelen met achtergrondinformatie

3. betoog, recensie, blog, column

4. reclame, advertenties, verkiezingsteksten

5. gedicht, roman, strip, column, blog

Deze combinaties moet je uit je hoofd leren! 

OPDRACHT

Geef bij elke stelling aan bij welk tekstdoel het hoort.

 

Stelling 1: Abonneer je op de krant en ontvang een gratis iPad.

1. Amuseren
2. Activeren
3. Beschouwen
4. Overtuigen

Stelling 2:
ik ben niet in de wolken
ik zit erbovenop
en de grijze op mijn gezicht
verraadt het feestje in mijn kop.

1. Amuseren
2. Informeren
3. Beschouwen
4. Overtuigen

Stelling 3: 'We will rock you' is mijn lievelingsliedje.

1. Amuseren
2. Activeren
3. Beschouwen
4. Overtuigen

Stelling 4: Frikandellen zijn heerlijk, maar ook slecht voor je gezondheid.

1. Amuseren
2. Informeren
3. Beschouwen
4. Overtuigen

Stelling 5: Je kunt beter gaan voetballen, want er zijn veel meer rijke en goede voetballers dan wielrenners.

1. Overtuigen
2. Activeren
3. Beschouwen
4. Informeren

Stelling 6: Wees geen domme gans, steun de Dierenambulance.

1. Amuseren
2. Activeren
3. Informeren
4. Overtuigen

Stelling 7: Nederland behaalde op de Olympische Winterspelen in 2018 twintig medailles.

1. Overtuigen
2. Activeren
3. Beschouwen
4. Informeren

En nu de andere kant op

Geef nu zelf een onderwerp bij een tekstdoel.

Zoals:

Een tekst die aangeeft op welke partij je moet stemmen.

Onderwerp: Verkiezingsposter

Geef een voorbeeld van:
een beschouwende tekst die je op een website tegenkomt

Geef een voorbeeld van:
Een informerende tekst die je op straat ziet aangeplakt.

Geef een voorbeeld van:
Een overtuigende e-mail die je aan het hoofd van de school stuurt.

Geef een voorbeeld van:
Een amuserende tekst die je in de krant ziet

Geef een voorbeeld van:
Een activerende tekst die je in een tijdschrift leest.