Herhalingsles H3: De gouden eeuw

Herhalingsles H3: De gouden eeuw
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles H3: De gouden eeuw

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Amsterdam
  • Amsterdam = Handelsstad
  • Middeleeuwen -> vissersplaatsje, iedereen woonde en werkte door elkaar, onbereikbaar voor grote vaart.
  • Later door zeespiegelstijging was er wel handel mogelijk -> Amsterdam groeit => splitsing rijk (Grachtengordel) + arm (Jordaan)



Slide 3 - Diapositive

Groeiende bevolking
Amsterdamse bevolking groeide:
- vluchtelingen vanwege geloofsvervolging (Joden + protestanten)
- Nieuwkomers uit scandinavie en Duitsland vanwege werkgelegenheid
Al deze mensen brachten kapitaal / arbeid / kennis met zich mee.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Moedernegotie 
Boeren konden hoeveelheid stadsbewoners niet langer meer voeden + toeleggen op verbouwen van winstgevender gewassen (commerciële landbouw)=> Gevolg: Graan importeren uit andere landen rond Oostzee. Ook hout werd uit het Oostzeegebied gehaald en verhandeld.
 Hout was belangrijk voor het bouwen van huizen, karren en de scheepsbouw.

Graan + Hout werd opgeslagen/ ‘opgestapeld’ in pakhuizen en doorverkocht -> andere landen gingen ook graan inkopen uit Amsterdam -> Amsterdamse kooplui profiteerden. = Gouden eeuw!

Handel (negotie) met Oostzeegebied was de ‘moeder’ van de handel = Moedernegotie

Handelskapitalisme: verhandelen en bewerken van grondstoffen/ materialen om deze met meer winst door te verkopen.
Handel + kennis werden uitgewisseld op de beurs.
Amsterdam: Stapelmarkt van Europa!





Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
Je legt uit waarom de VOC werd opgericht en hoe deze werkzaam was.
Je legt uit waarom de WIC werd opgericht en hoe deze werkzaam was.
Je legt wat de keerzijde was van de werkwijze van de VOC en de WIC.

Slide 7 - Diapositive

De Republiek en de VOC:
  • De Republiek kent dus vooral een Gouden Eeuw door (graan en hout)handel op de Oostzee, maar bekender is de overzeese wereldhandel van bedrijf (compagnie) de V.O.C (Verenigde Oost-indische Compagnie).                             De VOC- schepen varen naar Oost-Indië (zeg maar Azië). Er waren al veel compagnieën uit De Republiek die naar
 Oost-Indië voeren, gevolg is veel concurrentie waardoor weinig winst werd gemaakt. Daarom wordt de VOC in 1602 opgericht die van de Republiek een monopolie-positie krijgt (het alleenrecht, geen concurrentie). Dit betekent ook dat de VOC zonder goedkeuring van de regering van de Republiek zelf forten mag bouwen, oorlogen voeren, verdragen sluiten en veroverde gebieden mag besturen. 

  • Om de VOC op te richten is veel geld nodig. Om aan dit geld te komen is het voor iedereen mogelijk geld in de VOC te steken. Wie dat doet, krijgt een betaalbewijs - een aandeel. Maakt de VOC. winst? Dan krijg je ook een deel van de winst. Maak de VOC verlies? Dan moet je extra bij betalen. Ruim 1100 mensen durven een gok te wagen om een aandel van de VOC te kopen. 
    Gevolg: De VOC is het eerste bedrijf ter wereld met aandelen!

  • In Indië wordt gehandeld in specerijen (bv kruidnagel, cacao, nootmuskaat, foelie en peper(duur)). Deze exotische kruiden leveren in Europa veel geld op en worden gebruikt in de keuken, maar ook als geneesmiddel.
    De VOC heeft heel veel handelsposten  langs de kust, het hoofdkwartier is Batavia (nu: Jakarta) op  Java.
 De VOC is de eerste multinational (een bedrijf met vestigingen over meerdere landen) ooit ter wereld en groeit uiteindelijk uit tot het grootste bedrijf ter wereld! 






Slide 8 - Diapositive

Inter-Aziatische
handel

Handelsfactorijen



Jan Pietersz. Coen 

Slide 9 - Diapositive

Waarvoor werd de VOC opgericht en hoe werkte deze handelsmaatschappij?

Slide 10 - Question ouverte

Waar hield de WIC zich mee bezig en waardoor ontstond de trans-Atlantische Slavenhandel?


Begrippen:
WIC
trans-Atlantische slavenhandel
driehoekshandel
wereldeconomie

Slide 11 - Diapositive

De WIC
1621: de West-Indische Compagnie 
  • Handelsmonopolie
  • Niet zo sterk als in de Oost: SP, PO, FR, ENG
  • Oorlog en handel gingen samen.
  • Vraag en aanbod over de hele wereld van invloed: Wereldeconomie -> gevolg: Kennis over de wereld werd steeds groter...

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

1. Je legt uit waarom de WIC werd opgericht en hoe deze werkzaam was.
2. Je legt wat de keerzijde was van de werkwijze van de VOC en de WIC.

Slide 14 - Question ouverte

Waar hield de WIC zich mee bezig en waardoor ontstond de trans-Atlantische slavenhandel?

Slide 15 - Question ouverte

3.6 welvaart in de gouden eeuw
Leerdoel 3. Je kunt uitleggen hoe de welvaart tot uiting kwam in de Republiek en of deze voor iedereen was?

Slide 16 - Diapositive

Stadhuis en regenten
Classicisme: stijl in kunst en architectuur die de bouwkunst van de grieken en romeinen nadoet vanaf 1600, vb.: Paleis op de Dam, Amsterdam

Stad werd bestuurd door regenten, dat waren mensen uit rijke koopmansfamilies en bestuurden de stad, maar ook bijv. de VOC en WIC.

Republiek werd bestuurd door burgerbestuur met een nakomeling van Willem van Oranje als stadhouder in dienst van de gewesten.

Stadhouders + regenten gaven opdrachten aan kunstenaars en architecten om te pronken.






Slide 17 - Diapositive

Het Grauw
  • Groot verschil arm en rijk
  • Genoeg brood vanwege moedernegotie
  • hulp door bedeling door kerk + rijken
  • pronken -> laten zien wat je had.
  • Vrouwen speelde belangrijke rol 'broek aan'.

Slide 18 - Diapositive

Hoe kwam de welvaart tot uitting in de Republiek en was deze voor iedereen?

Slide 19 - Question ouverte

3.5 Geloof, tolerantie en onderzoek
4. Je legt uit waarom de Republiek tolerant was tegenover andere gelovigen
5. Je legt uit hoe de vrijheid van denken en het rationalisme leidden tot de opkomst van wetenschap in de Nederlanden.

Slide 20 - Diapositive

Tolerantie in Europa?
Veel vluchtelingen naar Republiek uit:
Frankrijk: Lodewijk XIV vervolgde protestanten.
Spanje en Portugal: geen vrijheid van meningsuiting of geloof.
- bekende vluchtelingen: Baruch Spinoza and René Descartes
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 21 - Diapositive

Vrijheid en tolerantie
  • Er was meer tolerantie in de republiek dan in andere landen.
De Regenten in de Republiek vertelde de bevolking niet wat ze moesten geloven.

Veel wetenschappers konden onderzoek doen en schrijven zonder te vrezen voor hun leven.
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 22 - Diapositive

Grenzen van tolerantie
(gedeeltelijk) vrijheid van mening + geloof:
  • Moest Calvinist zijn om openbare functie te bekleden.
  • Schuilkerken voor katholieke diensten
  • Katholieken waren tweederangs- burgers.
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 23 - Diapositive

Tolerantie en geloof
Protestantse kerk = bevoorrechte kerk.

Katholieken mochten geloof uitoefenen, maar geen processies houden/ herkenbare kerken bouwen.

Tolerantie was ook kwestie van economische belangen -> Vb. Sefardische Joden/ Joden Duitsland en Oost- Europa.

 
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 24 - Diapositive

Tolerantie en wetenschap
Tolerantie stimuleerde natuurwetenschappelijk onderzoek.

Republiek: veel belangstelling andere culturen/ landen.

Idee dat kunstenaars werkelijkheid moesten weergeven en dat je met je verstand de natuur + mens moest onderzoeken was geïnspireerd door oudheid => renaissance = wedergeboorte.
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 25 - Diapositive

Baruch de Spinoza
Bijbel is mensenwerk, niet door god geciteerd.

Goddelijke zit in elk stukje natuur. Wie met zijn verstand de natuur onderzoekt i.p.v. met een heilig boek komt pas echt dicht bij god = Rationalisme:  proberen de wereld te begrijpen met het verstand i.p.v. vanuit het geloof.

Voortrekker Wetenschappelijke revolutie
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 26 - Diapositive

Wetenschappelijke revolutie
  • Antonie van Leeuwenhoek: Microscoop=> rode bloedcellen & bacteria
  • Christiaan Huygens:telescoop => ring om Saturnus, slingeruurwerk
  • Baruch Spinoza: God is geen persoon, maar goddelijke zit in alle natuur: Rationalisme




Slide 27 - Diapositive

4. Je legt uit waarom de Republiek tolerant was tegenover andere gelovigen
5. Je legt uit hoe de vrijheid van denken en het rationalisme leidden tot de opkomst van wetenschap in de Nederlanden.

Slide 28 - Question ouverte

soorten veranderingen
  • Snelle, plotselinge veranderingen: bijv. revolutie.
  • langzame, geleidelijke veranderingen: verdwijnen horigheid in Europa.
  • Veranderingen met veel invloed en minder invloed.
  • Veranderingen met gevolgen van korte- en lange termijn

Slide 29 - Diapositive

push- en pull factoren
Push factoren: Waarom je een land uit wil:
Oorlog, hoge huizenprijzen, slecht klimaat, werkloosheid, politieke klimaat 

Pull factoren: Waarom je naar een land toe wil: werkgelegenheid, vrede, politieke klimaat, klimaat, goedkopere huizen etc. 

Slide 30 - Diapositive