week 3

Qu'est-ce que tu vois?
Je vois ...
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Qu'est-ce que tu vois?
Je vois ...

Slide 1 - Diapositive

Le programme
- écouter (taak parler)
- herhalen ww op -RE
- huiswerk bespreken


leerdoelen:
- je hebt je voorbereid op een gesprek in het Frans
- je kunt ww op RE goed hoepassen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

0

Slide 4 - Vidéo

Écouter
Bladzijde 27
Lees mee terwijl je luistert

Slide 5 - Diapositive

Écouter
Exercice 19 blz 29

Slide 6 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden -RE

Stap 1

Stap 2


Slide 7 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden -RE
Werkwoorden die eindigen op -RE, bv. vendre
Stap 1:  Stam nemen: VENDRE -> stam VEND -> 
Stap 2: juiste onderwerp + uitgang toevoegen

je vends                     nous vendons
tu vends                     vous vendez
il vend                          ils vendent

Slide 8 - Diapositive

Passé Composé

Stap 1

Stap 2


Slide 9 - Diapositive

Passé Composé
De voltooide tijd van een werkwoord op -RE maak je zo:
Stap 1: Stam nemen: VENDRE -> stam VEND 
Stap 2: juiste onderwerp + uitgang U -> VENDU

ik heb verkocht -> j'ai vendu
hij heeft verkocht -> il a vendu
wij hebben verkocht-> nous avons vendu

Slide 10 - Diapositive

Noem in het Frans een regelmatige ww op -RE.

Slide 11 - Carte mentale

répondre
attendre
entendre 
vendre
perdre
De werkwoorden op –RE :
verkopen
antwoorden
wachten op
horen
verliezen

Slide 12 - Question de remorquage

Wat zijn de juiste uitgangen présent bij ww. op RE
A
e, e, es, ons, ez, ont
B
s, s, d, ons, ez, ent
C
is, is, it, ssons, ssez, ssent
D
s, s, niks, ons, ez, ent

Slide 13 - Quiz

Vul de goede vorm van 'vendre' in:
Marie
A
vends
B
vend
C
vende
D
vender

Slide 14 - Quiz

Vul de goede vorm van 'vendre' in:
Les amis ...
A
vend
B
vendons
C
vendez
D
vendent

Slide 15 - Quiz

Het werkwoord 'vendre' vervoegen:
Let op!
il = hij en elle = zij 

Wanneer er op de plek van het onderwerp 1 naam of een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud staat kun je deze vervangen door il/elle:

Marie vend ...
Luc vend ...
Ma soeur vend ...

Slide 16 - Diapositive

Het werkwoord 'vendre' vervoegen:
Let op!
ils/elles = zij (meervoud)

Wanneer er op de plek van het onderwerp meerdere namen of een zelfstandignaamwoord in het meervoud staat kun je deze vervangen door ils/elles:

Marie et Luc vendent... 
Les frères vendent ...

Slide 17 - Diapositive

huiswerk bespreken

U4 ex 8b, 8c, 8e
U4 ex. 10,12,13




Slide 18 - Diapositive

Taak spreekvaardigheid (T.T)
voorbereiding:
opdrachten 1 t/m 3 (maken en inleveren op de classroom op 9 feb vóór einde van de les)
  • opdracht 1: formulier invullen
  • opdracht 2: gesprek chez le pharmacien uitschrijven
  • opdracht 3: fotoroman afmaken
eindgesprek: 
week 7 ( 2 lessen) gesprek chez le docteur met je docent!

Slide 19 - Diapositive