8.2 Je ademt

8.2 Je ademt
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

8.2 Je ademt

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Agenda
  • Herhalen 8.1
  • Lezen 8.2
  • Leerdoelen 8.2
  • Theorie 8.2
  • Opdracht(en)
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Hoe komen je spieren aan energie?
Orgaanstelsels die hierbij helpen:
via verteringsstelsel glucose in bloed
via ademhalingsstelsel zuurstof in bloed
via bloedvatenstelsel glucose en zuurstof in 
spieren

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

0

Slide 6 - Vidéo

Lezen theorie 8.2
Lees de theorieblokken (groene boxen)
Arceer kernzinnen/kernwoorden
timer
7:00

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen 8.2
  • Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt.
  • Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel in een afbeelding benoemen.
  • Je kunt beschrijven hoe de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide in de longen verloopt.
  • Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen.

Slide 8 - Diapositive

Ademhaling
Doel:
  • Zuurstof opnemen in het bloed
  • Koolstofdioxide afgeven aan de lucht

Hoe:
  • Rib/borst ademhaling
  • Middenrif/buik ademhaling

Inademing:
  • Luchtdruk in de longen wordt kleiner
Uitademing:
  • Luchtdruk in de longen wordt groter

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Het ademhalingsstelsel

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

0

Slide 15 - Vidéo

Neusademhaling

Slide 16 - Diapositive

Wat doet je slijmvlies?

Slide 17 - Diapositive

Astma

Slide 18 - Diapositive

Opdracht
Maak opdrachten op site: https://hilmarderksen.nl/quiz-energie-verbranding/ + 8 & 9 

  • Maak afsluitende opdrachten



timer
7:00

Slide 19 - Diapositive

+
---->
+
en
brandstof
verbrandingsproducten
Verbranding bij de mens
glucose
zuurstof
energie
koolstofdioxide
water

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is gaswisseling?
A
Het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam
B
Het transport van voedingsstoffen in het bloed
C
Het produceren van energie in de cellen
D
Het uitwisselen van zuurstof en koolstofdioxide in de longen

Slide 21 - Quiz

middenrif
longblaasje
bronchiën
longhaarvat
luchtpijp
neusholte
long
luchtpijptakje

Slide 22 - Question de remorquage

Spieren tussen de ribben waarmee de ribben en het borstbeen kunnen worden bewogen.
Spieren waarmee het midden-rif kan worden bewogen.
Ademhaling dankzij het samentrekken van het middenrif en de buikspieren.
Ademhaling dankzij het bewegen van de ribben en het borstbeen.
Tussenribspieren
Middenrifspieren
Buik-ademhaling
Borst-ademhaling

Slide 23 - Question de remorquage

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes 
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën 
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes 
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën 
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes 
2 bronchiën
3 luchtpijp 

Slide 24 - Question de remorquage

Wat gebeurt er in het longblaasje?
A
Zuurstof in het bloed Koolstofdioxide uit het bloed
B
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide in het bloed
C
Zuurstof uit het bloed Koolstofdioxide in het bloed
D
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide uit het bloed

Slide 25 - Quiz

Sleep de woorden aan de rechterkant naar de juiste plek bij het longblaasje
Longblaasje
Zuurstof
Rode bloedcel
Zuurstofarm bloed
Zuurstofrijk bloed
Lucht
CO2/Koolstofdioxide

Slide 26 - Question de remorquage

Ademhaling door de neus is beter dan door de mond. Welke reden klopt niet?
A
Door de neus kan ik ruiken of de lucht goed is.
B
Door de neus worden stofdeeltjes opgevangen in het slijmvlies
C
Door de neus kan de lucht beter verwarmt worden.
D
Door de neus kan de lucht sneller in de longen komen.

Slide 27 - Quiz

1. Noem drie dingen die je geleerd hebt.
2. Noem twee dingen die je al wist.
3. Noem een ding waar je nog een vraag over hebt.

Slide 28 - Question ouverte