8.2 Je ademt (B2)

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Op hoeveel minuten staat het Wereldrecord adem inhouden? 

11 min 54

8.2 Je ademt

• Herhaling vorige les
• Uitleg 
  

+

---->

+

en

brandstof

verbrandingsproducten

Verbranding bij de mens

glucose

zuurstof

energie

koolstofdioxide

water

Celkern

Celmembraan

Mitochondrium

Cytoplasma

Transportkanalen

Ribosoom

Sleep functie naar het juiste organel

Celkern

Cytoplasma

Celmembraan

Ribosoom

Mitochondriën

Transportkanalen

Bestaat uit water en opgeloste stoffen

Opname en afgifte van stoffen

Regelt wat er in de cel gebeurt

Maakt eiwit

Maakt energie vrij

Beschermt de inhoud van de cel

Bevat DNA

Vervoer van eiwitten

Ademhaling

Doel:

• Zuurstof opnemen in het bloed
• Koolstofdioxide afgeven aan de lucht

Hoe:

• Rib/borst ademhaling
• Middenrif/buik ademhaling

Inademing:

• Luchtdruk in de longen kleiner

Uitademing:

• Luchtdruk in de longen groter

Ademhaling

• Buikademhaling (middenrifademhaling): het bewegen van je middenrif om te ademen
• Borstademhaling: het bewegen van je ribben om te ademen

- Vaak tegelijk

- In rust: buikademhaling (bv. slapen)

- Bij zware inspanning: buik + borst (meer oppervlakte)

longblaasjes

longen

Bronchiën

longtakje

Luchtpijp n

Inademen

1. Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen.
2. Ribben kantelen omhoog en het middenrif wordt plat. 
3. Borstholte en je longen worden groter. 
4. Lucht in je longen krijgt meer ruimte, daardoor neemt de luchtdruk in je longen af. 
5. Lucht stroomt vanzelf naar binnen: je ademt in. 

Uitademen

1. Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen.
2. Ribben zakken naar beneden. Het middenrif wordt bol.
3. Borstholte en longen worden kleiner.
4. Lucht in je longen krijgt minder ruimte, luchtdruk neemt toe.
5. Lucht stroomt naar buiten: je ademt uit. 

Route zuurstof

• Neusholte
• Keelholte
• Luchtpijp
• Bronchiën
• Luchtpijptakje
• Longblaasje
• Bloed

Gaswisseling: het wisselen van gas (zuurstof-koolstofdioxide)

0

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.

Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!

1 bronchiën

2 luchtpijp

3 longblaasjes 

1 longblaasjes

2 luchtpijp

3 bronchiën 

1 luchtpijp

2 bronchiën

3 longblaasjes 

1 luchtpijp

2 longblaasjes

3 bronchiën 

1 bronchiën

2 longblaasjes

3 luchtpijp

1 longblaasjes 

2 bronchiën

3 luchtpijp 

middenrif

longblaasje

bronchiën

longhaarvat

luchtpijp

neusholte

long

luchtpijptakje

Wat gebeurt er in het longblaasje?

1. Zuurstof in het bloed Koolstofdioxide uit het bloed
2. Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide in het bloed
3. Zuurstof uit het bloed Koolstofdioxide in het bloed
4. Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide uit het bloed

Sleep de woorden aan de rechterkant naar de juiste plek bij het longblaasje

Longblaasje

Zuurstof

Rode bloedcel

Zuurstofarm bloed

Zuurstofrijk bloed

Lucht

CO2/Koolstofdioxide

Aan de bak

Lr: 8.1 + 8.2

Mk 8.2 opdr: 6, 9, 11, 13, 14, 18, 19