1a week 23

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hello everybody!

Planning for today

• 6.1 nakijken
• 6.2 lezen/uitleggen
• weektaak bespreken
  

Homework last week

Short story over beroemde sporter nog niet ingeleverd door:

Lisa, Siebe, Dillon, Kris, Stefan, Wesley, Liza, Thierry, Anna, Eljoar, Sven

https:

6.1 nakijken

pak je boek/schrift er even bij

https:

https:

6.2 

- bekijken

- lezen

- uitleggen

- oefenen

https:

6.2 

Opdrachten maken uit je werkboek of online:

opdracht 10 t/m 20

opdracht 18, 19 en 20 inleveren

https:

Meervoud = plural

Meervoud: algemeen

 

Meervoud: s-klank

 

Meervoud: medeklinker+o

 

Meervoud: -f / -fe

 

Meervoud: medeklinker+y

 

Meervoud: klinker+y

 

Meervoud: Uitzonderingen 1

 

Meervoud: Uitzonderingen 2

 

Meervoud

 

One banana.
Two ... .

One cat.
Seven ... .

One fox.
Nineteen ... .

One lady.
Four ... .

One policeman.
Twenty-one ... .

One radio
Eleven ... .

One fly.
Five ... .

One fish.
A hundred ... .

One tomato.
Six ... .

Grammar 6.1: Past Simple

• Verleden tijd (VT)
• Gebruikt het als iets in het verleden is gebeurd.
• Wat gebeurt er dan met het werkwoord?

I start doing my homework.   (TT)

I started doing my homework. (VT)

We play in the garden. (TT)

We played in the garden. (VT)

Wat moet er op de puntjes?
She ............. the windows.

1. opend
2. open
3. opens
4. opened

Wat moet er op de puntjes?
Jaimy ......... a wonderful meal!

1. cookd
2. cooks
3. cooked
4. coeked

Grammar 6.1: Past Simple: Vragen en ontkenningen.

Bij vragen:

You walked to school.

Did you walk to school?

Bij ontkenningen:

They played football

They didn't play football.

Vragen met      was/were

Als je een vraag wilt maken met was of were, zet je was of were vooraan de zin en een vraagteken achteraan:

He was very funny.

Was he very funny?

They were in Spain last year.

Were they in Spain last year?

Ontkenningen met     was/were

Als je een ontkenning wilt maken met was of were 

zet je er NOT achter. Meestal verkort: N'T

He was a funny boy.                                   They were very happy.

He was not a funny boy.                           They were not very happy.

He wasn't a funny boy.                               They weren't very happy.

Vragen maken met regelmatige werkwoorden in de VT

They lived in New York.

Did they live in New York?

1. Zet did voor de zin

2. Zet het ww in de TT

3. Vraagteken

Ontkenningen maken met regelmatige werkwoorden in de VT

They lived in New York.

They didn't live in New York.

1. Zet didn't voor het WW

2. Zet het ww in de TT

Zet de woorden in de goede volgorde!

walk

did

to school

we

Zet de woorden in de goede volgorde!

walk

didn't

to school

we

weektaak voor week 23

- maken 6.2

- 3 schrijfopdrachten mailen

See you next week