Cours à h2b le 29 juin

Bonjour tout le monde du h2b
mardi le 29 juin 2021
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Bonjour tout le monde du h2b
mardi le 29 juin 2021

Slide 1 - Diapositive

Les objectifs de ce cours
Ik kan het aanwijzend voornaamwoord in het Frans gebruiken
  om mannelijke, vrouwelijke, en woorden in het meervoud aan
  te duiden
Ik begrijp het werkwoord PRENDRE = NEMEN
Ik begrijp het delend lidwoord (huiswerk voor vandaag)
we oefenen met de onregelmatige werkwoorden être, avoir, faire, aller

Slide 2 - Diapositive

Le contenu d'aujourd'hui
Exercer le langage de classe
Introduction du chapitre 4
Les pronoms personnels: vidéo
Exercices sur le pronom personnel
Introduction du chapitre 6: Lyon
Feedback




Slide 3 - Diapositive

Lyon, capitale français de la gastronomie ...
et La France gourmande sont les thèmes du chapitre 6

Slide 4 - Diapositive

Grammaire C - CH. 6 het aanwijzend voornaamwoord
Pak je Livre d'Exercices op bladzijde 58 of je schrift
Je krijgt een video te zien  over het aanwijzend voornaamwoord
Luister goed en schrijf bij 13a of in je schrift de antwoorden op de volgende vragen:
- welke verschillende vormen van het pronom démonstratif heeft het Frans?
- hoe weet je welke vorm je moet gebruiken?
Aan het einde van de film trek ik lootjes om te zien wie antwoord kan geven

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Het aanwijzend voornaamwoord
Heb jullie je aantekeningen bij de hand? Dan ga ik nu een lootje trekken via deze link
Ik noem dan de naam van de persoon die gaat antwoorden:
1 hoeveel vormen van het aanwijzend voornaamwoord heb je
  in het Frans?
2 kun je alle  aanwijzende voornaamwoorden noemen?
3 hoe weet je welke vorm je moet gebruiken?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Het aanwijzend voornaamwoord
In het enkelvoud zijn er 4 vormen in de Franse taal:
 1   de mannelijke vorm: Tu connais ce garçon?
 2   de mannelijke vorm bij h of klinker: Je dors dans cet hotel
 3   de vrouwelijk vorm: J'aime beaucoup cette salade
 4   de meervoud voor mannelijke en vrouwelijk: ces
Om te weten welke vorm je moet gebruiken kijk je naar het zelfstandig naamwoord waar het naar verwijst


Slide 9 - Diapositive

le verbe PRENDRE = nemen
je prendS                   ik neem
tu prendS                  jij neemt
il elle on prend       hij, zij, men neemt / wij nemen (spreektaal)

nous prenons           wij nemen (schrijftaal)
vous prenez               u neemt / jullie nemen
ils, elles prennent   zij nemen

Slide 10 - Diapositive

Hoe zeg je: wij nemen pizza? (denk ook aan het delend lidwoord)

Slide 11 - Question ouverte

Hoe zeg je: ik neem friet? (frites) Denk ook aan delend lidwoord

Slide 12 - Question ouverte

Is het werkwoord een vervoeging van être of avoir??

Sleep de vervoeging  naar het goede werkwoord.
AVOIR
ÊTRE
je suis
tu as
nous sommes
j'ai 
elle a
vous avez
elles
 sont
tu es 
il est
ils ont

Slide 13 - Question de remorquage

wat is het voltooid deelwoord van het ww PRENDRE?

Slide 14 - Question ouverte

Bij de passé composé, voltooide tijd hoort een hulpwerkwoord. Welk ww is dat?

Slide 15 - Question ouverte

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 16 - Question de remorquage

  Zet de vervoegingen van het werkwoord 'être' in de goede volgorde.
être
est
sommes
es
êtes
sont
suis

Slide 17 - Question de remorquage

ik neem (prendre)
A
je prends
B
je prend
C
nous prenons
D
j'ai pris

Slide 18 - Quiz

timer
1:30
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est

Slide 19 - Question de remorquage

de toetsstof is chapitre 6: ABE woordjes en zinnen FN. Grammaire CGI + de werkwoorden faire, aller, être, avoir. Wat wordt het lastigste voor je?

Slide 20 - Question ouverte

Hoe ga je leren?

Slide 21 - Question ouverte