Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Jong en Oud
Hoofdstuk 1 en 2
Slide 1 - Diapositive
Vragen??
Keuzeonderwerp Neuromarketing?
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
- Weten hoe je werkt met een opbrengstenmatrix
- Een gevangenisdilemma herkennen
- Weten wat ruilen over de tijd betekend
- het verschil tussen voorraadgrootheid en stroomgrootheid
- hoe je de te betalen rente uitrekent
Slide 3 - Diapositive
Opbrengstenmatrix
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Het gevangenendilemma
Slide 6 - Diapositive
Een paar begrippen
Dominante strategie - De strategie die het beste resultaat oplevert, ongeacht de keuze van de andere speler(s).
Free rider - (= meelifter) Iemand die profiteert van de inspanningen van een ander.
Bindende afspraak - Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt of niet onderuit kunt. In de speltheorie: men heeft van tevoren afgesproken een bepaalde strategie te volgen.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Speltheorie stappenplan
Matrix/spelboom overnemen + onderstrepen
Strategie speler 1
Strategie speler 2
Conclusie
--> Let op getallen benoemen!
Slide 9 - Diapositive
Neem de tabel over en onderstreep de keuzes.
Bedrijf 2 heeft uitgesproken dat ze de prijs gelijk houden. Is dit geloofwaardig?
Slide 10 - Diapositive
Antwoord voor bedrijf 1
Als bedrijf 2 de prijs verlaagt, dan verlaagt bedrijf 1 de prijs, want 310 is meer dan 300. Als bedrijf 2 de prijs gelijk houdt, dan verlaagt bedrijf 1 de prijs want 420 is meer dan 330.
Ongeacht wat bedrijf 2
doen, bedrijf 1 verlaagt
de prijs (dominante
strategie).
Slide 11 - Diapositive
Antwoord voor bedrijf 2
Als bedrijf 1 de prijs verlaagt, dan verlaagt bedrijf 2 de prijs, want 410 is meer dan 400. Als bedrijf 1 de prijs gelijk houdt, dan verlaagt bedrijf 2 de prijs, want 520 is meer dan 450.
Ongeacht wat bedrijf 1
doet, bedrijf 2 verlaagt
de prijs (dominante
strategie).
Slide 12 - Diapositive
Conclusie
Bedrijf 2 heeft uitgesproken dat ze de prijs gelijk houden. Is dit geloofwaardig?
Bedrijf 1 en bedrijf 2 verlagen de prijs en zij komen in het evenwicht (320 ; 410)
Bewering van bedrijf 2 is ongeloofwaardig.
Slide 13 - Diapositive
Jongeren hebben vaak geld door zakgeld of baantje -->
Keuzes maken -->
Economisch handelen
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Rente
Rente in %:
Je leent 100 euro en je moet 5% rente betalen.
Dan moet je 100 x 1,05 = 105 euro in in totaal terug betalen,
waarvan 5 euro rente is
Totaal te betalen bedrag:
Je leent 400 euro en je moet in totaal 600 euro terug betalen
600 - 400 = 200 euro > 200 euro is de rente
Slide 18 - Diapositive
Maar inflatie zeker ook belangrijk
dit bepaalt ook of je ervoor kiest dat je gaat sparen of lenen of gewoon nu gaat consumeren
Slide 19 - Diapositive
Studeren en ruilen over de tijd
Waarom studeren?
1. Kennis vergroten
2. Vaardigheden verbeteren
3. Ontplooiing (persoonlijke ontwikkeling)
4. Kansen op arbeidsmarkt vergroten
5. Kans op hoger inkomen vergroten
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
wat is VERMOGEN ?
Vermogen is de waarde van alle bezittingen verminderd met de waarde van de schulden.