Les 3 Microbiologie 2021-2022

Microbiologie 
P4
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Microbiologie 
P4

Slide 1 - Diapositive

Planning 
- Wat weet je nog. 
- Theorie. 
-Inzage toets.


Slide 2 - Diapositive

De grootste bacteriën 
De grootste bacteriën zijn met het blote oog te zien, (Thiomargarit namibiensis en Epulopiscium fischelsoni). Deze bacterie staat ook wel bekend als de ‘zwavelparel van Namibië’ en komt voor in de oceaan.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog 

Slide 4 - Diapositive

Zijn bacteriën prokaryoten of Eukaryoten
A
Prokaryoten
B
Eukaryoten

Slide 5 - Quiz

Prokaryoten 
Eukaryoten 
Hebben geen celkern en grote celonderdelen
Hebben wel een celkern en grote celonderdelen 

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Diapositive

what zijn de twee manieren die een bacterie zich kan vermeerderen?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Lien

Slide 10 - Diapositive

Micro-organismen 
  • Dit zijn levende organismen die zo klein zijn dat ze niet met het blote oog te zien zijn.
  • Er bestaan verschillende soorten micro-organismen, namelijk
  • Bacteriën en cyanobacteriën
  • Algen en protozoën(eencellige dieren)
  • gisten en schimmels
  • Virussen en eencellige parasieten horen officieel niet tot de micro-organismen omdat ze zich niet zelfstandig kunnen delen, maar kunnen net als micro-organismen ziekmakend zijn.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Bacteriën 
  • ​De bacteriën vormen een domein van eenvoudige eencellige, soms in kolonies levende micro-organismen.
  • Kunnen zowel heterotroof als autotroof zijn
  • Ze hebben geen celkern dus ze zijn prokaryoten
  • Ze hebben geen echte celorganellen​

Slide 15 - Diapositive

Bouw bacterie 

Slide 16 - Diapositive

Bouw 
  • ​Peptidoglycaanlaag = bouwstructuur van de celwand
  • Kapsel/slijmlaag = bescherming tegen aanvallen
  • Flagel = voortbeweging
  • Pilus = vasthechting aan gastheer
  • Plasmide = extra stukje DNA
  • Opslagkorrel = opslag voor voedsel.​

Slide 17 - Diapositive

wat zijn de 4. verschillende manieren om bacteriën in te delen?

Slide 18 - Question ouverte

Indeling Bacteriën 
1. Zelfredzaamheid
2. Vorm en rangschikking 
3. samenstelling van de celwand (gram kleuring) 
4.Fysiologische kenmerken



Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Vorm en rangschikking 

Slide 21 - Diapositive

Samenstelling van de celwand 
Gramkleuring 

Slide 22 - Diapositive

Gram-Kleuring 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

4.Fysiologische kenmerken

  • Methaanbacteriën
  •        Thermofiele bacteriën
  •       Halobacteriën


Slide 25 - Diapositive

Nieuw theorie 

Slide 26 - Diapositive

Vermeerdering van bacteria
- Binaire deling 
- Endospore 

Slide 27 - Diapositive

binaire deling 
- optimale omstandigheden
- Begint met het verdubbeling(replicatie) van het circulaire chromosoom. 
- dan strekt de cel zich, om de twee chromosomen te scheiden. 
-  De dwarswand wordt gevormd om de twee dochtercellen te onderscheiden. 
- Verloopt snel( elke 20 min) 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Endospore 
- onder ongunstige omstandigheden kunnen bepaalde staafvormige bacteriën sporenvormen ondergaan. 
- begint bij met het onstaan van een endospore. 
- Dit is een overlevingsstructuur voor de cel, in de spore wordt het erfelijk materiaal opgeslagen, er wordt een omhulsel gevormd en de oude cel gaat ten gronde. (kan onder extreeme omstandigheden overleven) 

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Virussen (virologie)

Slide 32 - Diapositive

Virus 
Virussen en eencellige parasieten horen officieel niet tot de micro-organismen omdat ze zich niet zelfstandig kunnen delen,
Voor vermeerdering zijn ze afhankelijk van cellen van een gastheer. 
ze lijken enigszins op levende organismen, omdat ze zijn samengesteld uit eiwitten en nucleïnezuren.  
maar kunnen net als micro-organismen ziekmakend zijn.

Slide 33 - Diapositive

Bouw 
  • Nucleïnezuur: DNA of RNA
  • Nucleocapside: Eiwitmantel. Beschermt de Nucleïnezuur tegen nucleases en bevordert de aanhechting van de virus aan gevoelige gastheercellen. 
  • Envelop: membraan van lipoproteïnen  rond de  Nucleocapside(alleen bij virussen met dieren als gastheer) hebben spikes waarmee het zich aan de gastheer kan binden. 

Slide 34 - Diapositive

Bouw 

Slide 35 - Diapositive

Vermeerdering van virussen
Ingedeeld: RNA of DNA 
vermeerdering van virussen kan alleen plaats vinden in levende cellen van een gastheer

Lytische cyclus + lysogene cylus 

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Inzage 
- Niks op tafel behalve potlood en calculator 

Slide 38 - Diapositive