131222 Días festivos clase V

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Ik vind kerst saai.
es/Opino que/Navidad/aburrido

Slide 6 - Question ouverte

Naar mijn mening zijn tradities belangrijk.
las tradiciones/importantes/son/En mi opinion

Slide 7 - Question ouverte

Ik denk niet dat tradities voor altijd zijn.
para siempre/son/ tradiciones/ No creo que

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

El pretérito imperfecto: verbos regulares
timer
4:00

Slide 13 - Diapositive

timer
4:00

Slide 14 - Diapositive

Wanneer gebruik je de imperfecto? (1)
1) Handelingen of situaties waarvan het begin en/of het einde buiten bschouwing blijft.

Bijvoorbeeld:
Antes vivía en España                                    (Vroeger woonde ik in Spanje)
Cuando era pequeño, tenía un perro     (Toen ik klein was, had ik een hond)

Slide 15 - Diapositive

Wanneer gebruik je de imperfecto? (2)
2) Voor het aanduiden van gewoontes en herhalingen in het verleden.

Bijvoorbeeld:
Todos los veranos íbamos a Francia.               (Iedere zomer gingen we naar Frankrijk)
Siempre desuynaba con un croisán.               (Ik at altijd een croissantje)

Slide 16 - Diapositive

Wanneer gebruik je de imperfecto? (3)
2) Voor het aangeven van een reden waarom iets gebeurde in het verleden.

Bijvoorbeeld:
Ayer no fui a clase, porque estaba enferma.      (Gisteren ging ik niet naar les                                                                                                       omdat ik ziek was)

fui = indefinido (de o.v.t. die je in Capítulo 2 moest leren)
estaba = imperfecto 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Y ahora unas preguntas ...
Maak de vragen op de volgende slides 
om te kijken wat je al weet

Slide 19 - Diapositive

ser - nosotros - imperfecto

Slide 20 - Question ouverte

hablar - nosotros - imperfecto

Slide 21 - Question ouverte

Imperfecto - zij vierden

Slide 22 - Question ouverte

ir - tú - imperfecto

Slide 23 - Question ouverte

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
A
pensaban
B
bebías
C
comieron
D
vivíamos

Slide 24 - Quiz

Schrijf drie signaalwoorden naar keuze op die horen bij de imperfecto.

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

timer
4:00

Slide 27 - Diapositive

6

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Diapositive

Verdadero o falso:
En España siempre se celebra Carnaval en la misma fecha.
A
Verdadero
B
Falso

Slide 30 - Quiz

Responde en Holandés:
¿Cuándo se celebra la Semana Santa?

Slide 31 - Question ouverte

¿Qué se hace mucho durante la Feria de Abril?
A
Samen zijn met familie met veel lekker eten en drinken.
B
De mensen dansen en daarbij wordt veel gegeten en gedronken.
C
Jongeren gaan de straat op met hun vrienden.

Slide 32 - Quiz

¿Porqué se celebra La Noche de San Juan?
A
Om de lente af te slutien.
B
Om het begin van de zomer te vieren.

Slide 33 - Quiz

¿Dónde se celebra la Tomatina?
A
In Valencia.
B
In Puñol, een dorpje dichtbij Valencia.
C
Door het hele land.

Slide 34 - Quiz

¿Cuándo se celebra la Tomatina?
A
Op de laatste dag van de maand augustus.
B
Op de laatste dinsdag van de laatste maand augustus.
C
Verschilt ieder jaar.

Slide 35 - Quiz

Verdadero o falso:
En España siempre se celebra Carnaval en la misma fecha.
A
Verdadero
B
Falso

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive