Werkwoordspelling
1 / 16
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De burgemeester ...... (beantwoorden) de brief.
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoorden
D
beantwoort
Slide 2 - Quiz
Er (woeden-tt) een orkaan.
Slide 3 - Question ouverte
(houden)........ jij van spruitjes?
A
houd
B
houdt
C
hout
D
houden
Slide 4 - Quiz
De familie ………(rijden) met de auto naar de Efteling.
A
rijd
B
rijdt
C
rijden
D
rijt
Slide 5 - Quiz
Te veel eten (schaden-tt) de gezondheid.
Slide 6 - Question ouverte
Het hout ........ (verbranden) in de open haard.
A
verbrand
B
verbrandt
C
verbrant
D
verbranden
Slide 7 - Quiz
......... (luiden) jij de kerkklokken?
A
luid
B
luidt
C
luiden
D
luit
Slide 8 - Quiz
LEIDEN
VT - De gids ..... ons door de diepe grot
VT - De gids ..... ons door de diepe grot
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
leidden
Slide 9 - Quiz
Het koolmeesje (broeden-vt) in die boom.
Slide 10 - Question ouverte
liften
VT - De jongens ..... naar Frankrijk
VT - De jongens ..... naar Frankrijk
A
lifte
B
liften
C
liftte
D
liftten
Slide 11 - Quiz
doden
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap
A
dode
B
doden
C
doodde
D
doodden
Slide 12 - Quiz
GRENZEN
VT - Het huis ..... aan het bos
VT - Het huis ..... aan het bos
A
grenste
B
grensten
C
grensde
D
grensden
Slide 13 - Quiz
Noteer het voltooid deelwoord:
Ik heb de hele avond (dansen)
Ik heb de hele avond (dansen)
Slide 14 - Question ouverte
Noteer het voltooid deelwoord:
Weet jij wat daar is (gebeuren)?
Weet jij wat daar is (gebeuren)?
Slide 15 - Question ouverte
Wat is het voltooid deelwoord van:
beloven
beloven
