ww spelling pv vt 2K

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

De chef (verzoeken) zijn medewerkers om op tijd te komen.

Jij (onderbreken) mij steeds midden in mijn verhaal.

Mijn oma (genezen) gelukkig snel van haar ziekte.

De jury (beoordelen) de inzendingen streng.

Jullie (verzinnen) altijd originele oplossingen.

De tijd (verstrijken) sneller dan je denkt.

Het kind (omschrijven) het woord met zijn eigen woorden.

De politie (achterhalen) de dader met behulp van camerabeelden.

Jij (inschatten) de situatie totaal verkeerd.

De docent (verbieden) het gebruik van telefoons tijdens de les.

Welkom bij Nederlands!

Telefoon thuis of in de kluis

Op tafel: leesboek + boek KERN, schrift, pen (of etui)

Kauwgum in de prullenbak

Vandaag

Bespreken toets

huiswerk

korte pauze

werkwoordspelling pv verleden tijd

huiswerk

einde les 

Huiswerk

Maak oefening 1

stopt,vraagt,krijgen,houdt,stelen,

kiezen,onderscheidt,koopt,reist,

onthult,vind

Pauze

    Pauze 

Werkwoordspelling

   Werkwoordspelling

    

LESDOEL:

Je leert werkwoorden correct spellen

PV vt

PV vt taxikofschip

Voltooid deelwoord langer maken

Voltooid deelwoord taxikofschip

Voltooid deelwoord als BN zo kort mogelijk

Hij ...(durven) vorige maand niet te bellen.
pv-vt

1. durfde
2. durfte
3. durvde
4. durvte

Ik ... (missen) mijn leerlingen tijdens de lockdown.
pv-vt

1. mistte
2. miste
3. misde
4. mis

Het vliegtuig ... (landen) gisteren in het weiland.
pv-vt

1. lande
2. landte
3. landde
4. landt

Hij ... (begroeten) vorige week de docent in de Ikea.
pv-vt

1. begroette
2. begroedde
3. begroet
4. begroed

Hij ... (wachten) gisteren op de bus.
pv-vt

1. wachte
2. wacht
3. wachtte
4. wachtten

De kip ... (leggen) gisteren een ei.

pv-vt

1. legd
2. legde
3. legt
4. legte

Ik (branden, vt) mijn vingers aan de kaars.

Oefenzinnen PV VT

1. Tom ... (krijgen) afgelopen dinsdag nieuwe lenzen. 

2. Gisteren ... (verven) Lucas zijn fiets blauw. 

3. ... (veranderen) het weer vorige week? 

4. In dat restaurant ... (bereiden) gisteren een geweldige kok het eten. 

5. Het wondje aan mijn vinger ... (genezen) gelukkig snel. 

6. Welke passagiers ... (wachten) vorige week op de trein? 

Oefeningen

Wie?	Zelfstandig
Wat?	Opdracht 2+3
Hoe?	werkblad
Hulp?	Docent
Uitkomst?	Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?	drillster taalverzorging §C

Maak het oefenblad

opdracht 2+3

Einde les