Maandag 9 januari bron D herhaling

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour tout le monde!

• Jassen uit
• mobieltje in je tas
• Chromebook en boek op tafel
• Naambordje op tafel :-)
• Als de timer is afgelopen begint de les.

Leerdoel

Je frist je kennis op met betrekking tot bron D.

Je weet wat à betekent.

Je weet wat de betekent.

Je weet hoe je deze voorzetsel met een bepaald lidwoord gebruikt (le/la/l'/ les)

Hoe gaat het met je vanochtend?

1. 
2. 
3. 
4. 

Je suis à la boulangerie

à

Je suis à la boulangerie / Ik ben bij de bakker 

Je vais au cinéma / Ik ga naar de bioscoop

Nous sommes à Paris / Wij zijn in Parijs

de

betekent altijd van

C'est la voiture de mon père. Dit is de auto van mijn vader

C'est le chat des voisins. Dit is de kat van de buren.

Les fruts de la saison. Het fruit van het seizoen.

Voorzetsels à en de + lidwoord

les /l'/ le / la

aux, à l', au, à la

des, de l', du, de la

Grammaire H2:

à/de + bepaald lidwoord

Bepaal of je het voorzetsel à of het voorzetsel de moet gebruiken. En dan => 

Bijvoorbeeld: 

Je suis .............. club de foot (m)

Voilà le plat ............ jour (m). 

7. Nous allons (naar de) cinéma (m).

1. à la
2. de la
3. du
4. au

Le cinéma est à droite (van de) boulangerie (v).

1. à la
2. de la
3. du
4. aux

Après, nous allons manger (in de) pizzéria (v).

1. de l'
2. au
3. à la
4. des

Nous parlons de l'histoire (van de) film (m).

1. du
2. de l'
3. au
4. aux

Nous aimons les beaux yeux bleus (van de) acteurs (m).

1. au
2. des
3. de l'
4. à l'

Ensuite, nous allons (naar het) maison (v) de mes parents.

1. de la
2. à la
3. de l'
4. au

Ik weet nu hoe ik à / de + lidwoord moet gebruiken.

😒🙁😐🙂😃