3HV Chapitre 1 grammaire C, G, I

Bonjour tout le monde

On va faire des excercices avec source C, G, I du Chapitre 1.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bonjour tout le monde

On va faire des excercices avec source C, G, I du Chapitre 1.

Slide 1 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord
Bron C  p. 10

Slide 2 - Diapositive

(mijn)_____________ parents.

Slide 3 - Question ouverte

(zijn) ___________ zus

Slide 4 - Question ouverte

(onze) ____________ chien

Slide 5 - Question ouverte

(jouw) __________ amie

Slide 6 - Question ouverte

(hun) ____________ livres

Slide 7 - Question ouverte

(jullie) ____________ familles

Slide 8 - Question ouverte

WERKWOORDEN ALS 'PARTIR'
Bron G - p. 13
Let op: alleen deze 5 werkwoorden vervoeg je op deze manier.
Alle andere werkwoorden die eindigen op -ir, gaan zoals te zien is bij bron I - p. 16

Slide 9 - Diapositive

Wederkerend werkwoord
Bron I - p. 16
Let op: deze regel geldt alleen voor werkwoorden die in de infinitief worden vooraf gegaan door "se".

Slide 10 - Diapositive

Geef alleen de vervoeging:
Il (se coucher)

Slide 11 - Question ouverte

Nous (finir)

Slide 12 - Question ouverte

Tu (sortir)

Slide 13 - Question ouverte

Vous (se laver)

Slide 14 - Question ouverte

Il (attendre)

Slide 15 - Question ouverte

Tu (se laver)

Slide 16 - Question ouverte

Ils (regarder)

Slide 17 - Question ouverte

Nous ( s'habiller)

Slide 18 - Question ouverte

En nu in de passé composé:
Elle (partir)

Slide 19 - Question ouverte

Vous (dormir)

Slide 20 - Question ouverte

Questions??

Slide 21 - Diapositive

En voor VWO nog even dit:
Als het bezittelijk voornaamwoord zelfstandig gebruikt wordt:

Slide 22 - Diapositive

C'est ton livre?
Non, c'est (die van mij)

Slide 23 - Question ouverte

Ce sont tes chaussures?
Non, ce sont (die van haar)

Slide 24 - Question ouverte