2023_week 16_2mh_les2_modale hulpwerkwoorden/BINGO

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus

  • Handy in die Tasche ohne tohn
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
  • Als de timer is gestopt zie ik iedereen in stilte bezig met het schrijven van de woordjes en Redemittel van Lektion 4, 5, 6 op blz. 46-47

Slide 3 - Diapositive

Redemittel schreiben 
Schrijf Woordjes en Redemittel van Lektion 4, 5, 6 op blz. 46-47

Van NL-DU en DU-NL

Meerdere malen totdat de timer is gestopt.
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Wörter abfragen

Slide 5 - Diapositive

Was machen wir heute?
  • Redemittel schreiben und abfragen

  • Erklärung Modalverben

  • An die Arbeit
  • Modalverbenbingo?



  • Abschluss

Slide 6 - Diapositive

Lernziel

  • Aan het einde van de les kan je het modale hulpwerkwoord van ik kan, ik mag en ik vind leuk in het Duits opnoemen, doordat je de opdrachten hebt gemaakt.


Slide 7 - Diapositive

Erklärung modale hulpwerkwoorden
dürfen, können, mögen
Wat is een modaal hulpwerkwoord?
  • Met modale hulpwerkwoorden kun je aangeven of iets wenselijk of mogelijk is.
  • Let op!!!! dürfen betekent in het Duits toestemming hebben, dus niet durven.
  • Let op!!! mögen betekent houden van/leuk vinden, lusten/lekker vinden, dus niet mogen. 
  • Dit zijn Falsche Freunde

Slide 8 - Diapositive

Samenvatting modale hulpwerkwoorden 
  • bij wir, ihr, sie/Sie regelmatig. Je gebruikt esttenten

  • geen uitgang bij ich, er/sie/es
  • bij können, dürfen, mögen wordt de klinker een -a
  • können ö=a     (ich kann)
  • dürfen ü=a       (ich darf)
  • mögen ö=a      (ich mag)

Slide 9 - Diapositive

Beispiele
  • dürfen---->   Danny.........................auf die Fete.                     Danny mag naar het feest.
  • können--->   Er.........................gut Englisch.                           Hij kan goed Engels.
  • mögen--->    Ich...............Spinat.                                             Ik vind spinazie lekker.

Slide 10 - Diapositive

An die Arbeit
Machen im Buch: 
- Opdracht 9, blz. 12 
- Opdracht 10, 11 blz. 13

Hoe? in stilte

Klaar? 
Opdracht 12 blz. 13
Online: Kapitel 4.1 ->test jezelf
timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

Modale hulpwerkwoorden BINGO
  • Teken op een blaadje 9 hokjes
  • Kies uit de tabel 9 verschillende vormen 
en schrijf ze op in het Duits. Bijvoorbeeld 
ich darf, sie mag, ihr mögt etc.
  • Ik geef het Nederlandse woord, dus je moet schakelen
  • Bij een volle kaart roep je BINGO

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Was hast du heute gelernt?
Hoe zeg je: ik kan, ik mag en ik vind leuk in het Duits?

Slide 14 - Diapositive

Hausaufgaben
Machen: 

Slide 15 - Diapositive

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 16 - Diapositive

Auf Wiedersehen!

Slide 17 - Diapositive