H3 Werkwoordspelling 3.3 Voltooid deelwoord

3.3 Voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord

Een voltooid deelwoord geeft aan dat er iets gebeurd is. Meestal is de persoonsvorm dan een vorm van: zijn, worden of hebben. 

Vaak begint een voltooid deelwoord met ge-

Anders begint het met be- ont- er- her of ver.

Voltooid deelwoord zwakke werkwoorden

Bij een voltooid deelwoord kijk je naar de stam van het werkwoord. 

- Zit de laatste letter van de stam in ’t x kofschip dan schrijf je op het eind een –t. 

Zit de laatste letter van de stam niet in ’t x kofschip dan schrijf je op het eind een –d. 

Bijv. Hij heeft hard gewerkt. Hij heeft gemopperd.  

ezelsbruggetje

oefenen voltooid deelwoord

van zwakke werkwoorden

een werkwoord dat geen persoonsvorm is

werkwoordspelling

Een voltooid deelwoord

1. Beantwoort
2. beantwoor
3. beantwoord
4. beantwoordt

Werkwoordspelling heeft de klas vaker (oefenen).

1. geoefent
2. geoefend
3. geoefendt
4. ge-oefend

werkwoordspelling VD

1. hij heeft de boel belazerd
2. hij heeft de boel belazert

werkwoordspelling

1. Het hout is opgebrandt.
2. Het hout is opgebrand.
3. Het hout is opgebrant.

Voltooid deelwoord sterke werkwoorden

Als je op het eind van een voltooid deelwoord –en hoort, dan schrijf je dat natuurlijk ook. 

Bijv. Zij heeft snel gezwommen. 

Andere voorbeelden: gegeven, genomen, geschreven

oefenen voltooid deelwoord

van sterke werkwoorden

een werkwoord dat geen persoonsvorm is

Voor het onderzoek werd een nieuw type glasvezelkabel ... .

1. geontwerpt
2. ontwerpt
3. ontworpen
4. ontgewerpt

Ontwerpen is een sterk werkwoord. 

Ik ontwerp - ik ontwierp

Als voltooid deelwoord schrijf je op wat je hoort. 

voltooid deelwoorden van sterke werkwoorden

1. bestaan niet
2. eindigen meestal op -d
3. eindigen meestal op -en
4. eindigen vaak op -t

Waarom heb jij dat GEDAAN?

Wat kun je over dit werkwoord zeggen?

1. Het is de persoonsvorm en staat in de tegenwoordige tijd enkelvoud.
2. Het is de persoonsvorm en staat in de tegenwoordige tijd meervoud.
3. Het is niet de persoonsvorm. Het is een voltooid deelwoord.
4. Het is de persoonsvorm en het staat in de verleden tijd. Het is een sterk werkwoord.

sterk werkwoord: het voltooid deelwoord van 'zijn'

1. zijnde
2. zijn
3. geweest

sterk werkwoord. Het voltooid deelwoord van blijven

1. geblijven
2. gebleven
3. gebleedf
4. gebleeft

sterk werkwoord: het voltooid deelwoord van schenken

1. geschenkt
2. geschonken
3. geschenkd

Opdrachten nog niet gemaakt?

Blz. 171-174, opdrachten 1-2-3-4-5-6

Rustig werktempo? Maak 1-2-4-6

Digitaal: opdrachten 1-2-3-4-5-6 + extra opdrachten