Future Simple

Welcome to Mrs Everstijn's online classroom
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welcome to Mrs Everstijn's online classroom

Slide 1 - Diapositive

Elearning:
  • oefeningen per email verzenden (ieversti@bbonderwijs.nl)
  • online formulieren/quizen en andere apps met oefeningen
  • vragen per email (ieversti@bbonderwijs.nl)
  • Chatten/overleggen meet.google.com

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

2

Slide 4 - Vidéo

00:00
Noem beide hulpwerkwoorden (auxiliary verbs) die gebruikt worden bij de Future Simple.

Slide 5 - Question ouverte

01:14
Verander deze bevestigende zin in een vraagzin.

Slide 6 - Question ouverte

Who:  
What
How:  
Help:  
Time
Result:
Done:  

individual
Exercises 4 (p117) & 26 (p127)
Antwoorden in werkboek
CB helpdesk page 140
6 min
Zelf nakijken
Maak oefening 'Rad van Avontuur'

Slide 7 - Diapositive

Who:  
What
How:  

Help:  
Time
Result:
Done:  

individual
'Rad van Avontuur' = volgende dia
Antwoorden in nieuw word-document (vermeldt je naam + Future Simple oefeningen)
CB helpdesk page 140
5 min
email teacher = ieverstijn@bbonderwijs.nl
Read novel

Slide 8 - Diapositive

Draai het rad minimaal 4x en maak een zin met de Future Simple in een Word document (vermeld je naam).

Slide 9 - Diapositive

When you get home, I'll be waiting.
This is an example of the:
A
future perfect
B
future simple
C
future continuous
D
future past perfect

Slide 10 - Quiz

bij welke tijd hoort het signaalwoord:
tomorrow
A
present simple
B
past simple
C
future
D
present perfect

Slide 11 - Quiz

'He will be graduating in the spring'
The above sentence is in the.......?

A
Simple Present
B
Future Simple
C
Future Continuous
D
Present Perfect

Slide 12 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
Sam and Marie think my English sounds great.
A
Present simple
B
Past simple
C
Future

Slide 13 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
When will we go on holiday?
A
Present simple
B
Past simple
C
Future

Slide 14 - Quiz

In welke tijd staat deze zin?
That party will be the best one ever!
A
Present simple
B
Past simple
C
Future

Slide 15 - Quiz

I'm hungry, I think I …………. (future simple, buy) a sandwich

Slide 16 - Question ouverte

The students …………. (future simple, hand in) their bookreport on Friday March 27th.

Slide 17 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive