Engels - Thursday 6-4-23 - 3HV2

Test Unit 3

We will discuss the test of Unit 3

- Listen to the answers, please make notes if you like.
- Use a pen with a different colour than you wrote with.





1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Test Unit 3

We will discuss the test of Unit 3

- Listen to the answers, please make notes if you like.
- Use a pen with a different colour than you wrote with.





Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3HV2: welcome!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Content lesson


Unit 4: Advertising
- toets bespreken Unit 3
- oefentoets - lesson 4.4












Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Test Unit 3

We will discuss the test of Unit 3

- Listen to the answers, please make notes if you like.
- Use a pen with a different colour than you wrote with.
- Question? Put a mark on your paper and ask at the end.





Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Test Unit 3

Checked your answers?

- Count all the correct answers please.
- Question? Please come to me.
No questions? Oefentoets lesson 4.4....





Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ad 1
Ad 2

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

To do: 
1. Oefentoets lesson 4.4
2. Finished? See studieplanner

timer
25:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
10:00
Study phrases 
Unit 4 - part 1!

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Past Perfect: Hoe gebruik je het?
a short recap made by AI

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de Past Perfect?
De past perfect wordt gebruikt om aan te geven dat:
 een actie in het verleden voor een andere actie in het verleden heeft plaatsgevonden.

Slide 16 - Diapositive

Leg kort uit wat de past perfect is en geef een voorbeeld.
Vorm van de Past Perfect
De past perfect wordt gevormd met:
 'had' + het voltooid deelwoord.

vb: I had brushed my teeth before I went to bed.

Slide 17 - Diapositive

Laat de leerlingen zien hoe de past perfect gevormd wordt.
Link met de Past Simple
De past perfect wordt vaak gebruikt in combinatie met de past simple om aan te geven welke actie eerst plaatsvond.

Slide 18 - Diapositive

Leg uit hoe de past perfect en de past simple samenwerken en geef een voorbeeld.
Herken de Past Perfect
Lees de zin en bepaal of de past perfect wordt gebruikt: 
'I had done my homework before I went to sleep.'

Slide 19 - Diapositive

Laat de leerlingen oefenen met het herkennen van de past perfect.
Oefening
Vul de ontbrekende past perfect vorm in: 
'When we arrived, the movie _________ already _________ (start).'

Slide 20 - Diapositive

Laat de leerlingen oefenen met het toepassen van de past perfect.
Samenvatting
De past perfect wordt gebruikt om aan te geven dat een actie in het verleden voor een andere actie in het verleden heeft plaatsgevonden. 

Het wordt gevormd met 'had' + het voltooid deelwoord en wordt vaak gebruikt in combinatie met de past simple.

Slide 21 - Diapositive

Vat de les kort samen.
Schrijf 3 zinnen in de past perfect.
timer
5:00

Slide 22 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Wat zijn Adjectives?
Adjectives zijn woorden die dienen om zelfstandige naamwoorden te beschrijven of te kwantificeren. 

Ze vertellen ons hoeveel, welk soort, welke kleur of welke grootte iets heeft.

Slide 23 - Diapositive

Leg de definitie van adjectives uit en geef voorbeelden.
Hoe herken je een Adjective?
Adjectives staan altijd voor een zelfstandig naamwoord. 
Ze kunnen ook tussen een hulpwerkwoord en een zelfstandig naamwoord staan. 

Bijvoorbeeld: The blue sky / The sky is blue.

Slide 24 - Diapositive

Geef de leerlingen voorbeelden van zinnen met adjectives.
Wat zijn Adverbs?
Adverbs zijn woorden die dienen om werkwoorden, adjectives of andere adverbs te beschrijven of te kwantificeren. 

Ze vertellen ons hoe, waar, wanneer of in welke mate iets gebeurt.

Slide 25 - Diapositive

Leg de definitie van adverbs uit en geef voorbeelden.
Hoe herken je een Adverb?
Adverbs kunnen voor of na een werkwoord staan. 
Ze kunnen ook tussen een hulpwerkwoord en een werkwoord staan. 

Bijvoorbeeld: He walks fast. / He runs really fast.

Slide 26 - Diapositive

Geef de leerlingen voorbeelden van zinnen met adverbs.
Fill in the form correctly.
She looks terribly angry.
He works quite slowly.
I am a beautiful person.
He is a fast runner.
adverb
adverb
adjective
adverb
adjective

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions