Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.
Vandaag is een mooie dag. De zon schijnt.
Elisabeth kreeg een sticker. Ze had de opdracht goed gemaakt.
Je kunt deze zinnen verbinden met een verbindingswoord. Je zet dan een komma na de eerste mededeling, en dan het verbindingswoord. LET OP: soms loopt de zin niet goed als je die zonder na te denken overneemt.
Vandaag is een mooie dag, want de zon schijnt.
Elisabeth kreeg een sticker, omdat ze de opdracht goed gemaakt had.
Zet voor deze verbindingswoorden een komma: als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra
Zet geen komma voor en en of
Wat? Maken: Opdracht 3 en 4
Je mag zachtjes overleggen met degene naast je als dat nodig is.
Klaar? Ga dan lezen in je leesboek.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.