LD - H3O - 2. Grammatica- blok 3 - les 2 BASIS - lijdend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

• Zet je microfoon uit;
• Zet je camera aan als de docent het vraagt;
• Vraag tijdens de les? Steek je virtuele hand op;
• Vragen na de les? Stel ze in Teams Nederlands -> Stel hier je vragen;
• Vragen via privé-chat in Teams alleen voor persoonlijke vragen.

Lesprogramma - 30 minuten

6 minuten	allen	huiswerk bespreken
5 minuten	BASIS + K/TL	Blok 3 Over Taal Uitleg zelfstandig werkopdrachten
5 minuten	BASIS	Blok 3 Grammatica Uitleg lijdend voorwerp
10 minuten	allen	Werken aan opdrachten
4 minuten	allen	lesafsluiting - lesdoel gehaald?

Iedereen blijft dus de hele online les aanwezig in Teams.

Huiswerk bespreken

• Jullie maken de opdrachten die horen bij Woordenschat zelfstandig.
• 1e lesuur - Basis
• 2e lesuur - K en TL
• Deze opdrachten moeten voor de volgende les worden ingeleverd via de Teams-opdracht.

Blok 3 - Over Taal     (K/TL/BASIS)

Kunnen 

Je weet uit welke stappen het stappenplan moeilijke woorden bestaat.

 

Je kunt het stappenplan moeilijke woorden toepassen 

als je in een tekst/zin een woord tegenkomt waarvan je de betekenis niet kent.

Weten 

H3O - BASIS/K/TL

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Stappenplan moeilijke woorden

1. synoniem
2. omschrijving
3. tegenstelling

• voorvoegsel
• achtevoegsels
• samenstellingen
• andere taal?

• thema?
• onderwerp?

• grondwoord
• alfabetische volgorde

Let op! 

• Zorg dat je bij het maken van de opdrachten zowel het moeilijke woord als de betekenis in je schrift schrijft, zodat je de moeilijke woorden makkelijk kunt leren voor de toets (bloktoets 3).
• Doe je dat niet, dan krijg je de opdracht om het opnieuw te doen.

Opdracht 1 t/m 3, 6, 7 (Magister/studiewijzer)

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.

Alle werkwoorden van een zin vormen samen een zinsdeel, het werkwoordelijk gezegde. 

Waar moet je goed op letten bij het benoemen van dit zinsdeel?

Wat weet je nog over het werkwoordelijk gezegde?

De werkwoorden in een zin staan niet altijd naast elkaar. Toch vormen alle werkwoorden en delen van werkwoorden van een zin samen één zinsdeel.

Voorbeeld

1. De leraar kijkt de toets na.
2. Wil jij mij helpen?

Open LessonUp.app en voer de code in.

Even oefenen

Je krijgt straks een aantal zinnen te zien. 

De vraag is: uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?

Hoeveel zinsdelen?
Tijdens de les Nederlands heeft de docent een spannend leesboek besproken.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel zinsdelen?
Wij zullen hem binnenkort ontmoeten.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel zinsdelen?

Reken jij straks af?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel zinsdelen?

Onze school heeft een uitgebreide website.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Kunnen

Je weet wat de volgende begrippen betekenen en kent de afkorting:

- persoonsvorm (pv)

- werkwoordelijk gezegde (wwg)

- onderwerp (ond)

- lijdend voorwerp (lv)

Je kunt de volgende zinsdelen benoemen:

- persoonsvorm (pv)

- werkwoordelijk gezegde (wwg)

- onderwerp (ond)

- lijdend voorwerp (lv)

Weten

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Lijdend voorwerp

1. Wat gebeurt er?
2. Wat is het wwg?
3. Welke vraag moet je stellen om het ond te vinden?
4. Schrijf de twee basisdelen op. Is deze zin zo af?

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Lijdend voorwerp

1. Wat gebeurt er?
2. Wat is het wwg?
3. Welke vraag moet je stellen om het ond te vinden?
4. Schrijf de twee basisdelen op. Is deze zin zo af?

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Lijdend voorwerp

Bij sommige werkwoorden moet je altijd twee vragen stellen om de betekenis van de zin duidelijk te maken. Je vraagt niet alleen wie of wat iets doet (ond), maar ook wie/wat + wwg + ond.

voorbeelden

• metselen
• eten
• opblazen

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Uitleg - volgorde zinnen ontleden

R Ontleden doe je in een vaste volgorde:

1. pv       (tijdproef)
2. wwg   (alle werkwoorden in de zin/splitsbare ww/werkwoorden met                te)
3. ond     wie of wat + wwg
4. lv         wie of wat + wwg + ond

Lijdend voorwerp

Lijdend voorwerp

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Zelfstandig werken - Blok 3 - Grammatica - les 2

Lees	3.5 Zinsontleding - zinsdelen - lijdend voorwerp
Maak	3 t/m 11 (4, 5 en 6 hebben we net gedaan)
Hoe	In je schrift Schrijf leesbaar
Tijd	Je blijft tot het einde van de les online aanwezig. Wat niet af is, is huiswerk.
Klaar	Maak een foto van je huiswerk en lever in via Teams-opdracht.
Resultaat	Klassikaal bespreken

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Lesdoel gehaald?

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Huiswerk

• Zie Magister / studiewijzer lockdown (Teams)
  
• Huiswerk inleveren via Teams-opdracht (anders ingeleverd = melding huiswerk niet gemaakt)
• Huiswerk moet voor volgende les af zijn.

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.