H6 Het weer - 6.5 Wij en het weer

6.5 Wij en het weer
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

6.5 Wij en het weer

Slide 1 - Diapositive

Voor vandaag
  • Vorige les 
  • Uitleg bij 6.5
  • Opdrachten maken bij 6.5
  • Weerbericht bekijken --> wat valt op?
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Diapositive

Sneeuw bestaat uit..?
A
Fase overgangen
B
IJskristallen
C
Condens
D
Vloeistof

Slide 3 - Quiz

Wat is ijzel?
A
een vaste stof
B
een vloeistof
C
waterdamp
D
kristallen

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er als sneeuw water wordt?
A
Stollen
B
Smelten
C
Condenseren
D
verdampen

Slide 5 - Quiz

Bij botsingen tussen ijskristallen en onderkoelde waterdruppels, ontstaat ...
A
Regen
B
Sneeuw
C
Hagel
D
Rijp

Slide 6 - Quiz

Met welke
fase-overgang
heb je te maken bij
het onstaan van ijzel?
A
vast naar vloeibaar
B
vloeibaar naar vast
C
gas naar vast
D
vloeibaar naar gas

Slide 7 - Quiz

wat is allemaal neerslag
A
regen, sneeuw en zon
B
wolken, zon, regen
C
dauw, ijzel, rijp, regen
D
hagel en wolken

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen 6.5 
  • Je weet hoe het weerbericht wordt gemaakt.
  • Je weet wat het weerbericht aangeeft.
  • Je weet voor wie het weerbericht belangrijk is.

Slide 9 - Diapositive

Je weet hoe het weerbericht wordt gemaakt.

Slide 10 - Diapositive

Het weerbericht
  • Is een VERWACHTING, geen voorspelling!
  • Verwachting: geeft een kans aan 
  • Tot maximaal 3 dagen nauwkeurig door invloeden van water (Noordzee en Atlantische oceaan)
  • Gaat om gemiddelden.


Slide 11 - Diapositive

Weersverwachting
  • Meteorologische gegevens worden verzameld en vergeleken met waarden uit andere jaren.
  • Map wordt gemaakt waar over gepresenteerd wordt
  • Computer nodig die allerlei dingen uitrekent en visualiseert


Slide 12 - Diapositive

Metingen voor weerbericht

Meteorologische stations verzamelen metingen:
- temperatuur --> ?
- windrichting --> windvaan
- windkracht --> anemometer
- luchtdruk --> ?
- luchtvochtigheid --> hygrometer

Slide 13 - Diapositive

Je weet wat het weerbericht aangeeft.

Slide 14 - Diapositive

Weerkaart

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Temperatuur in een weerbericht

In Nederland wordt altijd de temperatuur weergegeven in graden Celsius.
Hoe warm wordt het?

Slide 17 - Diapositive

  • Valt er neerslag?
  • Wat voor neerslag?
  • Hoeveel neerslag?
  • Waar is de kans het grootst?

Slide 18 - Diapositive

Weersomstandigheden
  • Soms waarschuwt het weerbericht voor extreme  weersomstandigheden 
  • Bijvoorbeeld bij hitte, kou, storm of neerslag

Slide 19 - Diapositive

Codes
Groen  = geen waarschuwing
Geel     = gevaarlijk weer, vooral watersporten moeten opletten
Oranje = extreem weer, een groot gevaar
Rood    = weeralarm, extreem gevaar

Wanneer? Bij veel neerslag, veel ijs, veel wind of veel smog.

Slide 20 - Diapositive

Luchtvervuiling
Smog
luchtvervuiling door rook en uitlaatgassen.
Smoke + fog = smog

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Je weet voor wie het weerbericht belangrijk is. 

Slide 24 - Diapositive

Voor wie is weer belangrijk?
  • Lucht en scheepvaart voor veiligheid
  • Treinverkeer, bij onweer kan bliksem inslaan in bovenleiding
  • Landhouders, of er droogte is of niet
  • Als je op vakantie gaat, wat moet je mee nemen 

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag
Wat: Maken 6.5 BLZ 109 opdracht 1 t/m 19 (5 niet)
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Klaar: 1. Nakijken met nakijkboek 2. Samenvatting maken H6

timer
15:00

Slide 26 - Diapositive

Leerdoelen 6.5 
  • Je weet hoe het weerbericht wordt gemaakt.
  • Je weet wat het weerbericht aangeeft.
  • Je weet voor wie het weerbericht belangrijk is.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Wind
Hoe hard het waait noem je windsterkte of windkracht
De eenheid van windsterkte is Beaufort (Bft). 

0 Bft betekend dat het windstil is. 
Bij een orkaan is de windsterkte 12 Bft.

Binas tabel 25

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Dichtheid: massa per volume
  • Kubieke centimeter (cm3) gelijk aan mililiter (ml)
  • Volume/ inhoud = l x b x h 

Slide 31 - Diapositive

Hoe kan je dichtheid uitrekenen?
Dichtheid water bij kamertemperatuur is 1 g/cm3.
Wat als je 2 g water hebt?
Wat als je 4 cm3 water hebt?

Slide 32 - Diapositive

10

Slide 33 - Diapositive

voorbeeld berekening
28. Dichtheid van sneeuw is 300 kg/m3. Dak van sporthal is 50 m bij 30 m en er ligt 0,4 m dikke laag sneeuw. Hoeveel kg sneeuw?
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • p = 300 kg/m3 en V = 50 x 30 x 0,4 = 600 m3
  • m (hoeveel kg sneeuw?
  • m = p x V
  • m = 300 x 600 = 180 000
  • 180 000 kg sneeuw op het dak 

Slide 34 - Diapositive

voorbeeld berekening
29. De sneeuw in de lawine heeft een volume van 9000 m3 en een gewicht van 20 000 000 N. Bereken dichtheid in kg/m3.
Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekenen
Antwoord
  • V = 9000 m3 en m = 2 000 000 kg 
  • p
  • p = m / V
  • p = 2 000 000 / 9000 = 222,22
  • De dichtheid is 222,22 kg/m3

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Einde van de les
  • Huiswerk: Maken 6.5 BLZ 109 opdracht 1 t/m 19 (5 niet)
  • Volgende les: verder met 6.2

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 38 - Diapositive

Opdr 20

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo