Examentraining - Signaalwoorden

Examentraining vmbo-gl
Signaalwoorden en hun functie
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Examentraining vmbo-gl
Signaalwoorden en hun functie

Slide 1 - Diapositive

Examentraining vmbo-gl
Signaalwoorden zijn belangrijke - zo niet de belangrijkste woorden - in teksten. Ze geven de structuur van een tekst weer. Vaak staat bij cito-examens het antwoord achter (of in de buurt van) een signaalwoord. 

Let op! Ook dubbele punten (:) zijn 'signaalwoorden' (daar staat ook vaak een antwoord).

Slide 2 - Diapositive

Examentraining vmbo-gl
Je hebt de signaalwoorden nu al een aantal keren geleerd.
We gaan kijken wat je geleerd hebt...

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent?
außerdem
Ich fahre gerne Ski und außerdem fahre ich gerne Snowboard.
A
daarentegen
B
bovendien
C
vandaar
D
namelijk

Slide 4 - Quiz

Wat betekent?
nicht nur...sondern auch
Ich spreche nicht nur Deutsch, sondern auch Spanisch.
A
niet...maar
B
per slot van rekening
C
als gevolg daarvan
D
niet alleen... maar ook

Slide 5 - Quiz

Wat betekent?
schließlich
Ich lerne die Signalwörter. Ich will ja schließlich meine Prüfung bestehen!
A
per slot van rekening
B
hoewel
C
om te bereiken dat
D
inderdaad

Slide 6 - Quiz

Wat betekent?
auch
Ich lerne Erdkunde und auch Geschichte.

A
inderdaad
B
ook
C
en
D
bijvoorbeeld

Slide 7 - Quiz

Wat betekent?
obwohl
Obwohl ich gerlent habe, kenne ich diese Wörter noch nicht so gut.
A
hoewel
B
namelijk
C
vooral
D
vandaar

Slide 8 - Quiz

Wat betekent?
denn
Ich kenne diese Wörter, denn ich habe gut gelernt.
A
desondanks
B
want
C
dus
D
ook

Slide 9 - Quiz

Wat betekent?
bisher
Ich habe die Wörter bisher schon 7 Mal gelernt.
A
al helemaal
B
bijvoorbeeld
C
tot nu toe
D
pas echt

Slide 10 - Quiz

Wat betekent?
vor
Vor einer Woche bin ich mit lernen begonnen.

A
geleden
B
noch ... noch
C
zelfs
D
bijvoorbeeld

Slide 11 - Quiz

Wat betekent?
zum Beispiel
Ich mag Süssigkeiten. Schokolade zum Beispiel finde ich sehr lecker!

A
daarom
B
bijvoorbeeld
C
dus
D
omdat

Slide 12 - Quiz

Wat betekent?
trotzdem
Ich habe gut gelernt. Trotzdem bekam ich eine schlechte Note.
A
terwijl
B
eigenlijk
C
maar
D
desondanks

Slide 13 - Quiz

Wat betekent?
je...desto
Je öfter man lernt, desto besser lernt man diese Wörter.
A
niet... alleen...
B
noch... noch...
C
hoe (groter)... hoe (beter)...
D
zo... als...

Slide 14 - Quiz

Wat betekent:
und
Ich habe eine Schwester und einen Bruder.

Slide 15 - Question ouverte

Wat betekent:
also
Es regnet, also nehme ich meinen Regenschirm mit

Slide 16 - Question ouverte

Wat betekent:
deswegen
Es regnet. Deswegen nehme ich meinen Regenschirm mit

Slide 17 - Question ouverte

Wat betekent:
je
Warst du je in den USA?

Slide 18 - Question ouverte

Wat betekent:
deshalb
Ich bemerke, dass ich nichts weiss. Deshalb werde ich ab jetzt lernen!

Slide 19 - Question ouverte

Wat betekent:
neulich
Neulich habe ich mir ein neues Handy gekauft.

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent:
indem
Indem ich gut übe, werde ich meine Anschlussprüfung schaffen!

Slide 21 - Question ouverte

Wat betekent:
während
Während ich Deutsch habe, hat mein Freund jetzt Mathe.

Slide 22 - Question ouverte

Examentraining vmbo-tl
Opdracht

  • Er volgt nu een aantal vragen naar de functie van de signaalwoorden. 

Slide 23 - Diapositive

Welke functie heeft dit signaalwoord?

erstens / zweitens / drittens
A
opsomming
B
tegenstelling
C
gevolg/conclusie
D
versterking

Slide 24 - Quiz

Welke functie heeft dit signaalwoord?

also (dus)
A
tegenstelling
B
uitbreiding
C
vergelijking
D
oorzaak / gevolg

Slide 25 - Quiz

Welke functie heeft dit signaalwoord?

stattdessen (in plaats daarvan)
A
tegenstelling
B
opsomming
C
gevolg / conclusie
D
voorbeeld

Slide 26 - Quiz

Welke functie heeft dit signaalwoord?

weil
A
uitbreiding/ opsomming
B
oorzaak / gevolg
C
tijdsbepaling
D
beperking

Slide 27 - Quiz

Welke functie heeft dit signaalwoord?

wenn (als)
A
tijdsbepaling
B
uitbreiding/ opsomming
C
tegenstelling
D
beperking

Slide 28 - Quiz

Welke functie heeft dit signaalwoord?

nicht ... sondern (niet...maar)
A
versterking
B
tegenstelling
C
beperking
D
voorbeeld

Slide 29 - Quiz

Welke functie heeft dit signaalwoord?

dagegen, hingegen (daarentegen)
A
uitbreiding/ opsomming
B
voorbeeld geven
C
gevolg/ conclusie
D
tegenstelling

Slide 30 - Quiz

Welke functie heeft dit signaalwoord?

je...desto
A
tegenstelling
B
tijdsbepaling
C
oorzaak / gevolg
D
uitbreiding/ opsomming

Slide 31 - Quiz

Examentraining vmbo-tl
Opdracht
  • Geef in de volgende zinnen aan wat het signaalwoord is, welke betekenis het woord heeft én welke functie het signaalwoord heeft. Doe dit als volgt: 

Das Büro ist jeden Tag geöffnet, außer sonntags. 
Antw: außer = behalve = tegenstelling 

Slide 32 - Diapositive

Signaalwoord - betekenis NL - functie

Die Miete ist plausibel, außerdem ist die Lage perfekt.

Slide 33 - Question ouverte

Signaalwoord - betekenis NL - functie

Wir haben den Tag nicht genossen, weil das Wetter so schrecklich war.

Slide 34 - Question ouverte

Signaalwoord - betekenis NL - functie

Ich habe immer noch nicht mein Zimmer fertig sauber gemacht, obwohl mich meine Mutter ständig dazu auffordert.

Slide 35 - Question ouverte

Signaalwoord - betekenis NL - functie

Sie kann wundervoll singen und spielt außerdem noch Flöte und Klavier.

Slide 36 - Question ouverte

Signaalwoord - betekenis NL - functie

Trotz des schlechten Wetters machten wir eine Rundfahrt auf der Donau.

Slide 37 - Question ouverte

Signaalwoord - betekenis NL - functie

Ihr Auto ist größer und deswegen komfortabler.

Slide 38 - Question ouverte

Signaalwoord - betekenis NL - functie

In vielen Ländern, zum Beispiel in Japan und Mexiko, gibt es viele Erdbeben.

Slide 39 - Question ouverte

Ik beheers de signaalwoorden uit de ExamenReader:
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Sondage

Nog wat uitleg over signaalwoorden?

Bekijk dan onderstaand filmpje:


https://www.youtube.com/watch?v=y6mb2cznxR0


Slide 41 - Diapositive