Van wereldoorlog naar Koude Oorlog | H7.2A

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 7. 2
  • Hoe leidde de tegenstelling tussen het kapitalistische Westen en het communistische Oostblok tot steeds meer spanning in de wereld?
  • Kan je uitleggen waarom het kapitalistische westen en communistische Sovjet-Unie hadden samengewerkt
  • Kan je uitleggen waarom het vertrouwen in elkaar aan het einde van de Tweede Wereldoorlog verdween 
  • Ken je de verschillen tussen de twee ideologieën van deze landen
Kan je uitleggen hoe Amerika en de Sovjet-Unie als supermachten de oorlog uit komen.

Slide 2 - Diapositive

Geef bij de volgende landen aan of zij bij de winnaars of verliezers horen van W02: Sovjet-Unie, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Japan, Verenigde Staten, Nederland.
Twee landen waren fascistisch/extreem nationalistisch. Zet daar een ‘F’ achter.

Slide 3 - Question ouverte

Overzicht einde WO2
Winnaars
Verliezers 
1. Sovjet-Unie
2. Groot-brittanie 
3. Frankrijk 
4. Verenigde Staten 
5. Nederland 
1. Duitsland (F)
2. Japan (F)

Slide 4 - Diapositive

Invloedssferen 

Slide 5 - Diapositive

Kapitalisme (VS)
Communisme (SU)

Slide 6 - Diapositive

Kapitalisme (vrijemarkteconomie)
  • economisch systeem 
  • Niet centraal geleid
  • Investeringen van kapitaal (geld/middelen) in de productie van een product/dienst om winst te maken
  • Draait om marktmechanisme: reageren op vraag van mensen door het aanbieden van diensten/producten 
  • Eigendom van de productiemiddelen = private ondernemers (individuele personen/bedrijven) 
  • Maken gebruik van: mensen in dienst voor geld (loonarbeid)
  • In ideale geval: winst kan opnieuw geïnvesteerd worden! 

Realiteit: Loonarbeid voert de productie van goederen/diensten uit maar krijgt geen/weinig deel van de winst. 
Mensen met kapitaal krijgen meer kapitaal (worden rijker)
Leidt tot enorme economische + sociale 

Slide 7 - Diapositive

Communisme (planeconomie)
  • economisch systeem
  • centraal geleid door de Staat 
  • Staat organiseert productie en distributie van goederen en diensten 
  • Draait niet om marktmechanisme: reageert niet op vraag van mensen. De staat biedt diensten/producten aan.
  • Eigendom van productiemiddelen = de Staat

In ideale geval: de Staat produceert alles wat mensen nodig hebben
Realiteit: tekorten door gebrekkige planning/inefficiënte productie.
Wel bestaansmininum. Iedereen heeft even ' veel' (of weinig), wel enige mate van sociale gelijkheid. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

De conferentie van potsdam (1945)
(de grote drie = SU, VS EN GB)

  • Polen naar westen opgeschoven. oostelijke provincies van SU.
  •  Duitstalige minderheden uit Polen/Tsjechoslowakije/Hongarije
  • Verdeling Duitsland/Berlijn (4 zones) 
  • Opperbevelhebbers van 4 zones zouden samen beslissingen nemen.

Slide 11 - Diapositive

 Winston Churchill, Franklin D. Roosevelt en Jozef Stalin. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Het "ijzeren gordijn"
IJZEREN gordijn

Ijzeren gordijn
Was een grens die door geheel Europa liep, en hierbij een grensafscheiding gaf tussen Oost-Europa en West-Europa in de periode tussen 1945 - 1989. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Welke angst wordt er in deze spotprent uitgebeeld? Leg ook de symboliek uit. 
(vaardigheid = beeldanalyse) klaar? bijwerken van boekje.
Spotprent Uitleg
Angst vanuit beiden kanten voor het andere land/ideologie.
Beer staat symbool voor de Sovjet-Unie en de man met de Amerikaanse vlag op zijn hoed voor de Verenigde staten. Amerika is bang voor de invloed van het Communistische Sovjet-Unie op de nabijgelegen landen. En de Sovjet-Unie is bang voor de invloed van de Kapitalistische Verenigde Staten.

Slide 16 - Diapositive

volgende les:
Huiswerk: Het rad wijst iemand aan die uitleg geeft over de spotprent. Wees dus voorbereid.



Slide 17 - Diapositive