Grammatica H4: congruentie & inversie (3 vwo) les 1

Grammatica H4
 congruentie & inversie 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grammatica H4
 congruentie & inversie 

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les 
Je weet wat de begrippen congruentie en inversie inhouden. Je kunt congruentie en inversie herkennen in een zin. 

Slide 2 - Diapositive

Heb je wel eens gehoord van congruentie en/of inversie?
Ja, van allebei
Ja, van congruentie
Ja, van inversie
Nee, geen van beide

Slide 3 - Sondage

Startopdracht maken (5 min.)
  • Maak de startopdracht op blz. 124 
  • Doe dit zelfstandig
  • Als je klaar bent, lees je de theorie op blz. 124 geconcentreerd door

Slide 4 - Diapositive

Theorie bespreken (blz. 124) 

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent congruentie?
A
Onderwerp en werkwoord zijn allebei enkelvoud óf allebei meervoud.
B
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt geen -e bij de onzijdige vorm.
C
Het lidwoord past precies bij het zelfstandig naamwoord.
D
Een werkwoord staat in de voltooide tijd.

Slide 6 - Quiz

Wat is een inversie?
A
Dat je een vraagteken achter een normale zin zet om de zin vragend te maken.
B
Dat je het onderwerp achteraan de zin zet om de zin vragend te maken
C
Dat je de persoonsvorm en het onderwerp omdraait om de zin vragend te maken.

Slide 7 - Quiz

Welke zin bevat inversie?
A
Morgen ga ik op bezoek bij Willem.
B
Willem moet nog boodschappen doen.
C
Mag ik nog een boterham.
D
Sandra laat haar nieuwe broek ziek.

Slide 8 - Quiz

Wat is de goede woordvolgorde in een zin met inversie?
leren
1
2
3
4
5
Nederlands
ze
wil
Dit jaar

Slide 9 - Question de remorquage

Opdrachten maken 
Maak opdracht 1 + 2 op blz. 125 
Maak gebruik van je aantekeningen als je er niet uitkomt
15 minuten de tijd
Klaar? Donald Duckje pakken 

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 1 bespreken 
  1. Deze antibiotica werken niet bij mensen die al vaker een kuur kregen.
  2. Op de heuvel loopt een kudde bruine schapen rustig te grazen.
  3. Heeft de politie te weinig personeel om kleine inbraken op te lossen?
  4. Gisteren bezocht een klas brugklassers de oude molen bij Windesheim.
  5. De media beschuldigen de partijvoorzitter van fraude met verkiezingsgeld.
  6. Zit in die grote plastic flessen met blauwe dop echt twee liter melk?
  7. Een van de wielrenners die ten val kwamen, brak zijn sleutelbeen.
  8. Is Gooische vrouwen eerst als film of eerst als tv-serie uitgekomen?

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 2 bespreken 
  1. Mijn Franse vriendin zal (pv) ik (ow) na de zomervakantie nog zeker twee keer terugzien. (inversie)

  2. Een groep jongeren (ow) heeft (pv) afgelopen zaterdag een politieagent aangevallen. (geen inversie)

  3. Dit hotel (ow) heeft (pv) de gasten een fijne kerstavond met lekkere glühwein beloofd. (geen inversie)


5 Zo’n spannend boek zal (pv) Ariane (ow) vermoedelijk in een paar dagen uitlezen.
inversie
6 Een beetje regen (ow) mag (pv) de pret op het survivalbivak van de scouts niet drukken.
geen inversie

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 2 bespreken 
  • 4 Wie van hun teamgenoten zullen (pv) de spelers van A1 (ow) als aanvoerder kiezen? (inversie)

  • 5 Zo’n spannend boek zal (pv) Ariane (ow) vermoedelijk in een paar dagen uitlezen. (inversie)

  • 6 Een beetje regen (ow) mag (pv) de pret op het survivalbivak van de scouts niet drukken. (geen inversie)

Slide 13 - Diapositive

Bedenk een zin waarin er sprake is van inversie. Gebruik geen zinnen uit het boek.

Slide 14 - Question ouverte

Geef aan in hoeverre je de stof over congruentie en inversie begrijpt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage