Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is de dichtheid van een stof?
A
De massa van 1 cm3 van die stof.
B
een getal
C
De massa van 1 m3 van die stof.
Slide 2 - Quiz
Geef de eenheid van dichtheid.
A
m3
B
g/cm3
C
kg/mm3
D
kg/dm3
Slide 3 - Quiz
Wat is de dichtheid van goud in g/cm3?
A
2,70
B
2,17
C
11,35
D
19,30
Slide 4 - Quiz
Wat is de dichtheid van benzine in g/cm3?
A
0,71
B
0,72
C
1,02
D
0,92
Slide 5 - Quiz
Wat is de dichtheid van koper in g/cm3?
A
10,50
B
1,74
C
8,96
D
8,50
Slide 6 - Quiz
Wat is de formule voor de dichtheid?
Slide 7 - Question ouverte
Een beker is gevuld met 200 g vloeistof. Het volume is 194 cm3. Wat is de dichtheid?
Slide 8 - Question ouverte
Een zilveren ring heeft een massa van 3,5 g. Bereken het volume van de ring.
Slide 9 - Question ouverte
Wanneer zinkt een stof in vloeistof?
Slide 10 - Question ouverte
Wanneer blijft een stof drijven in een vloeistof?
Slide 11 - Question ouverte
Wanneer zweeft een stof?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Een granieten aanrechtblad heeft een volume van 0,14 m³. Graniet heeft een dichtheid van 2700 kg/m³. woordformule: massa = dichtheid x volume Bereken de massa van dit aanrechtblad!
Slide 14 - Question ouverte
Bereken de dichtheid van het blokje.
dichtheid =
massa/ volume
Slide 15 - Question ouverte
Dit blokje heeft een massa van 0,2 kg en een 63,5 cm3.