Les 2: voca 2 + vraagzinnen


A
Ik heb gehoord
B
Ik heb gezien
C
Ik heb gewild
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon


A
Ik heb gehoord
B
Ik heb gezien
C
Ik heb gewild

Slide 1 - Quiz


A
hebt een reden
B
hebt gelijk
C
spreekt de waarheid

Slide 2 - Quiz


A
een tent
B
een grot
C
een (vakantie)huisje
D
een Bread & Breakfast

Slide 3 - Quiz


Slide 4 - Question ouverte


Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Lien

Slide 7 - Lien

Les questions en français: 
Er zijn drie manieren op in het Frans een vraag te stellen: 

1. Tu viens aussi
Kom je ook? 
2. Est-ce que le français est difficile
Is Frans moeilijk? 
3. Voulez-vous m'aider
Wilt u me helpen? 

Slide 8 - Diapositive

Est-ce que 
Est-ce que betekent op zichzelf niks. 

Ooit betekende het letterlijk: is-het dat... (is het zo, dat...) 

Maar je hoeft het niet te vertalen, je zet het voor een zin als je het op een nette manier vragend wil maken. 

Slide 9 - Diapositive

Omdraaien: voulez-vous, vas-tu, etc. 
Omdraaien kan alléén als er een persoonlijk voornaamwoord als onderwerp in de zin staat! Dus: 
je, tu, il, elle, on, nous, vous, ils, elles 

Het is een wat ouderwetser manier van vragen stellen. Voorbeelden van veel voorkomende gevallen: 

Slide 10 - Diapositive

Que sais-je? 
Peux-tu .... 
Veut-il, veut-elle...
Pouvons-nous.... / Peut-on... 
Voulez-vous...
Pourquoi disent-ils...


Wat weet ik? 
Kun jij....
Wil hij, wil zij...
Kunnen we....
Wilt u/ willen jullie...
Waarom zeggen zij... 

Slide 11 - Diapositive

Attention:
Komt zij ook? 
Vient-elle aussi? 

Komt je moeder ook? 
Vient ta mère aussi? 
Ta mère vient aussi? 
Est-ce que ta mère vient aussi? 

Slide 12 - Diapositive

Attention:
Heeft hij twee broers? 
Il a deux frères? 
Est-ce qu'il a deux frères? 
A-t-il deux frères? 

A il deux frères? 
-t- komt alleen als de persoonsvorm met een klinker eindigt
en de persoon met een klinker begint 
a-t-il 
va-t-elle

Slide 13 - Diapositive

Is hij aardig?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Lien

Devoirs pour la prochaine fois
Herhalen: voca 1 (TB p. 52) 
Leren: voca 2 (TB p. 52) 

Corriger les devoirs de la dernière fois: cliquez ici

Slide 16 - Diapositive