25162OLVM0A1 ELIZAKOOKT! deel 4 (04-03-2021)

25162OLVM0A1
ELIZAKOOKT! Deel 4
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

25162OLVM0A1
ELIZAKOOKT! Deel 4

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
- terugblik op vorige les
- uitleg vervolg opdracht ELIZAKOOKT!
- nabespreken opdracht
- vooruitblik volgende les

Slide 2 - Diapositive

De opdracht
- Maak een (elevator)pitch van min 2 minuten, maximaal 3 minuten over je flyer
-Vertel iets over het proces
-Vertel over gemaakte keuzes
- Vertel over het eindrestultaat
-Vertel waarom deze flyer helemaal voldoet aan de wensen van de opdrachtgever (Eliza)

Slide 3 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer met een pitch?
  • Spreekdoel
  • Opbouw
  • Samenhang
  • Taalgebruik

Slide 4 - Diapositive

Spreekdoel
Het spreekdoel van een pitch is overtuigen, je moet dus argumenten voor gebruiken en tegenargumenten ontkrachten

Slide 5 - Diapositive

Opbouw
Inleiding                  Aandachttrekken, motiveren, informatie geven


Kern                       Waar het om gaat, argumenten, waarom jouw flyer   
  

Slot                        Samenvatting, conclusie, toekomst kijken, vraag                                         luisteraar

Slide 6 - Diapositive

Samenhang
Denk aan de signaalwoorden



Slide 7 - Diapositive

Taalgebruik 
Kies een passende taal bij je publiek
  • Je/jij of u?
  • Wat weet jouw publiek van het onderwerp en over een flyer?

Slide 8 - Diapositive

Argumenten
Argumenten gebruik je om je standpunt of mening te ondersteunen. Argumenten zijn redenen waarom je iets vindt. Je herkent ze bijvoorbeeld aan de signaalwoorden 'omdat' en 'want'.
Tegenargumenten geven aan waarom je het niet eens kunt zijn met een standpunt of wat je op het standpunt tegen hebt.

Slide 9 - Diapositive

Argumenten
Feitelijk of niet-feitelijk
Een argument kan feitelijk of niet-feitelijk zijn. Een niet-feitelijk argument is gebaseerd op een gevoel of persoonlijke opvatting.
Meestal is een feitelijk argument overtuigender, omdat het controleerbaar is. Maar als een gevoel door veel mensen wordt gedeeld, is een argument op basis van een gevoel sterker.

Slide 10 - Diapositive

Aan het werk
Ga in alleen (of in tweetallen in break-outroom)s aan het werk
- brainstormen
-Bepaal wat er in je inleiding, kern en slot komt
- Maak je pitch
-oefen de pitch met elkaar
-maak een filmpje van je pitch (neem online op)

  


   

Slide 11 - Diapositive

Heb Je Genoeg Geleerd Vandaag?
Geef eens een cijfer voor hoeveel je geleerd hebt vandaag.
Wat kunnen we doen om het cijfer omhoog te krijgen? Geef tips, tops mogen ook.

Slide 12 - Question ouverte

Volgende week
- verder met de opdracht pitch (spreken 3F)
- eventueel een aantal pitches bekijken

Slide 13 - Diapositive