Feiten, meningen en argumenten

Lezen H4

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lezen H4

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


Slide 1 - Diapositive

Theorie 
Feiten: een feit kun je controleren.
  • Bij handbal is een veld rechthoekig, 40 m. lang en 20m. breed.
Meningen: een mening is iets wat iemand vindt.
herkennen/signaalwoorden: ik vind.... - volgens mij - zij denkt dat....
  • Ik vind handbal een zware sport.
Argumenten: uitleg waarom iemand iets vindt.
  • Ik vind handbal een vermoeiende sport (mening), want je moet veel rennen (argument, waarom je iets vindt).
    Signaalwoorden: omdat, want, namelijk.
Zie ook blz. 217 van je lesboek - Examen doen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit 
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 4 - Diapositive

een feit

Slide 5 - Carte mentale

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 6 - Diapositive

een mening

Slide 7 - Carte mentale

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument 

Slide 8 - Diapositive

een argument

Slide 9 - Carte mentale

Heb je het begrepen?

Slide 10 - Diapositive

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 15 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 16 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Nu

Maak de opdrachten:
H4 Lezen - startopdracht, 1, 2, 3, 4 

Slide 19 - Diapositive