Spelling H2 les 2 - 2M1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

di. 24 nov. - 2M1 - 4e uur

Lesdoel: aan het einde van de les weet je hoe goed je weet wanneer je welke leestekens en hoofdletters moet gebruiken.

di. 24 nov. - 2M1 - 4e uur

• Controleren + bespr. huiswerk: opdr. 1 t/m 3 blz. 59
• Verder oefenen met leestekens
• Start Spelling H5 verkleinwoorden 

Huiswerk bespreken

opdr. 1, 2 en 3 op blz. 59 

Opdracht 4 blz. 59

• Maak de opdr. in stilte, alleen, bij vragen steek je je vinger op.
• Bespreken

Opdracht 5 blz. 59

• Maak de opdr. in stilte, alleen, bij vragen steek je je vinger op.
• Bespreken

Wat zijn verkleinwoorden, denk je?

Verkleinwoorden

Van zelfstandig naamwoorden (zn) kun je verkleinwoorden maken. Een verkleinwoord maak je meestal door het achtervoegsel -je achter een zn te plakken: bak - bakje.

Let op woorden die eindigen op een lange klinker:

• pyjama - pyjamaatje
• café - cafeetje
• paraplu - parapluutje
• oma - omaatje
• tosti - tostietje
• baby - baby'tje

Soms worden korte klanken lang:

• blad - blaadje
• gat - gaatje

Soms zijn verkleinwoorden afwijken (onregelmatig):

• vlag - vlaggetje / vlagje
• schip - scheepje
• bloem - bloempje / bloemetje

Zelfstandig werken

Maak opdr. 1 + 2 blz. 136-137 = huiswerk voor do. 26/11

• Werk alleen.
• Werk in stilte.
• Heb je een vraag? Lees de uitleg op blz. 136 of steek je vinger op.