Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Starttaal Vooraf T5 H4
Nederlands
THEMA 5 VERVOER
H4
Taalverzorging
deel 1
1 / 45
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Cette leçon contient
45 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
90 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands
THEMA 5 VERVOER
H4
Taalverzorging
deel 1
Slide 1 - Diapositive
Terugblik vorige les
Slide 2 - Diapositive
Doelen .
- Ik leg uit wat een zelfstandig naamwoord (ZN) is.
- Ik herken het enkelvoud en meervoud van een ZN.
- Ik schrijf het meervoud van een ZN op de juiste manier.
Slide 3 - Diapositive
Wat gaan we doen?
1. theorie
2. opdrachten maken
3. evalueren
Slide 4 - Diapositive
is het woord
waar je vaak
de
,
het
of
een
vóór kunt zetten.
= ZN
het zelfstandig naamwoord
Slide 5 - Diapositive
Het ZN
kan in het
enkelvoud
of
meervoud
.
Slide 6 - Diapositive
ENKEL
voud
MEER
voud
enkel = één,
alleen
Slide 7 - Diapositive
Je kunt er
een
lidwoord
voor zetten.
Hoe vind je een ZN in een zin?
Slide 8 - Diapositive
Hoe vind je een ZN in een zin?
Slide 9 - Diapositive
Zet het woord
in het
enkelvoud
/
meervoud
.
Hoe vind je een ZN in een zin?
Slide 10 - Diapositive
Je kunt er
een
lidwoord
voor zetten.
Hoe vind je een ZN in een zin?
Slide 11 - Diapositive
Je kunt er
een
verkleinwoord
van maken.
Hoe vind je een ZN in een zin?
Slide 12 - Diapositive
Be
.
1. Samen opdrachten doornemen.
2. Opdrachten zelfstandig maken.
aan de slag!
zie volgende dia's
Slide 13 - Diapositive
blz 50
- Plaats er een lidwoord voor.
de , het , een
- Zet het woord in
enkelvoud / meervoud.
-Verklein het woord.
pje , tje
Hoe vind ik een ZN in de zin?
Slide 14 - Diapositive
- Plaats er een lidwoord voor.
de , het , een
- Zet het woord in
enkelvoud / meervoud.
-Verklein het woord.
pje , tje
Hoe vind ik een ZN in de zin?
blz. 51
Slide 15 - Diapositive
- Plaats er een lidwoord voor.
de , het , een
- Zet het woord in
enkelvoud / meervoud.
-Verklein het woord.
pje , tje
Hoe vind ik een ZN in de zin?
blz. 53
Slide 16 - Diapositive
- Plaats er een lidwoord voor.
de , het , een
- Zet het woord in
enkelvoud / meervoud.
-Verklein het woord.
pje , tje
Hoe vind ik een ZN in de zin?
blz. 53+ 54
Slide 17 - Diapositive
Be
.
1. Maak opdr. 1 t/m 3.
2. Maak werkblad(en).
3. Maak taken via JE.
Klaar?
Kijk werkblad(en) na.
aan de slag!
- Plaats er een lidwoord voor.
de , het , een
- Zet het woord in
enkelvoud / meervoud.
-Verklein het woord.
pje , tje
Hoe vind ik een ZN in de zin?
timer
15:00
Slide 18 - Diapositive
Evalueren .
Hoe vind ik een ZN in de zin?
Slide 19 - Diapositive
Nederlands
THEMA 5 VERVOER
H4
Taalverzorging
deel 2
Slide 20 - Diapositive
Terugblik vorige les
Hoe vind je een ZN in een zin?
Slide 21 - Diapositive
Zet het woord
in het
enkelvoud
/
meervoud
.
Hoe vind je een ZN in een zin?
1.
Zet er
een lidwoord
voor.
3.
Maak er een
verkleinwoord
van.
2.
Maak er een
enkelvoud /
meervoud
van.
de - het - een
pje - tje - etje
Slide 22 - Diapositive
Doelen .
- Ik weet wanneer een werkwoord
in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd staat.
- Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden.
- Ik kan het onderwerp in een zin vinden.
Slide 23 - Diapositive
Wat gaan we doen?
1. theorie
2. opdrachten maken
3. evalueren
Slide 24 - Diapositive
het werkwoord
=
iets dat je
kunt doen.
Slide 25 - Diapositive
de persoonsvorm
=
het werkwoord
dat verandert.
Slide 26 - Diapositive
het onderwerp
=
wie of wat
doet het
in de zin.
Slide 27 - Diapositive
Be
.
1. Samen opdrachten doornemen.
2. Opdrachten zelfstandig maken.
aan de slag!
zie volgende dia's
Slide 28 - Diapositive
blz. 57
Slide 29 - Diapositive
blz. 57
Slide 30 - Diapositive
blz 58
- Schrijf de zin
in een andere tijd.
tt -> vt vt -> tt
Het woord dat verandert
= de persoonsvorm.
Hoe vind ik de PV in de zin?
Slide 31 - Diapositive
blz. 59
Slide 32 - Diapositive
blz. 59
Slide 33 - Diapositive
- Schrijf de zin
in een andere tijd.
tt -> vt vt -> tt
Het woord dat verandert
= de persoonsvorm.
wie of wat + pv = O
Hoe vind ik de PV in de zin?
blz. 60
Hoe vind ik het Ondw. in de zin?
Slide 34 - Diapositive
Be
.
1. Maak opdr. 1 t/m 3.
2. Maak werkblad(en).
3. Maak taken via JE.
Klaar?
Kijk werkblad(en) na.
aan de slag!
.
het ww
dat verandert
als je de tijd
wie of wat + pv = onderwerp
de persoonsvorm (PV)
timer
15:00
het onderwerp
Slide 35 - Diapositive
Evalueren .
Hoe vind ik een ZN in de zin?
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Je kunt het woord
in het
enkelvoud
/
meervoud
zetten.
Slide 42 - Diapositive
Je kunt er
een
verkleinwoord
van maken.
Slide 43 - Diapositive
Je kunt er
een
lidwoord
voor zetten.
Slide 44 - Diapositive
Slide 45 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Starttaal Vooraf T5 H4
Janvier 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Starttaal Vooraf T5 H5
il y a 8 jours
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
B1M1 - Het zelfstandige naamwoord (herhaling lagere school)
Septembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Via Vervolg 1F Deel B thema 6 H2 Spelling & grammatica
Juin 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Via Vervolg 1F Deel B thema 6 H2 Spelling & grammatica
Juin 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
2K Spelling verkleinwoorden
Décembre 2023
- Leçon avec
38 diapositives
NT2
Speciaal Onderwijs
Leerroute 3
Starttaal Vooraf T5 H5
Janvier 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Starttaal Vooraf T5 H5
il y a 12 jours
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1