5.1 Wat levert werken op?

Wat levert werken op?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat levert werken op?

Slide 1 - Diapositive

Na deze les ken/kan je...
- de arbeidsmotieven voor werken
- Je nettoloon berekenen
- Berekenen minimumloon

Slide 2 - Diapositive

Nieuw hoofdstuk
Nieuwe exameneenheid Arbeid en bedrijfsleven
Maken bladzijde 128 en 129 Weet je nog?
15 minuten

Slide 3 - Diapositive

Theorie antwoorden Weet je nog?


Vanaf je 15e mag je werken en kun je een baantje gaan zoeken. Wat voor werk je kunt doen, hangt af van je werkervaring en de scholing die je hebt gehad. Het bedrijf waar je werkt, moet zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Dat staat in De Arbowet.
Als je aan je baan begint, onderteken je een arbeidsovereenkomst. Dan ben jij als werknemer in loondienst bij de werkgever.
Als scholier kun je alleen een deeltijdbaan hebben, want volgens de Arbeidstijdenwet mag je buiten schooltijd slechts enkele uren werken. Iemand die de hele week werkt, heeft een voltijdbaan. Als je baan voor een afgesproken periode is, dan heb je een tijdelijke baan. Scholieren krijgen vaak een oproepcontract. Bij een vaste baan is er geen einddatum afgesproken.
Meestal begin je met een proeftijd om te kijken of het bevalt. Daarna blijf je werken tot je een andere baan neemt of met pensioen gaat. Maar je kunt ook ontslag krijgen. Bijvoorbeeld als jouw werk overbodig wordt door technologische ontwikkelingen. Om te voorkomen dat je van de ene op de andere dag werkloos thuis zit, moet de werkgever zich houden aan een opzegtermijn. Die tijd kun je gebruiken om ander werk te zoeken.

Slide 4 - Diapositive

Opdrachten antwoorden Weet je nog?
1 A en C

2 Bijvoorbeeld:
- Een werkgever wil werknemers met de juiste scholing graag behouden. Een hoger loon kan daar bij helpen.
- Geschoolde werknemers kunnen beter presteren. Dat wordt beloond met een hoger loon.
3 a Arbeidstijdenwet
b Arbeidstijdenwet
c Arbowet
d Arbowet
4 Voor allebei. Een werknemer kan er tijdens de proeftijd achter komen of het werk naar zijn zin is. De werkgever kan er in die periode achter komen of de nieuwe werknemer echt geschikt is.





















Slide 5 - Diapositive

Vervolg antwoorden
5 Bijvoorbeeld:
- Ja, want scholieren mogen op een schooldag maximaal 2 uur werken.
- Dat klopt niet helemaal, want in de vakantie mogen scholieren wel 40 uur (voltijd) werken.
6 a In deze twee maanden kan de school op zoek gaan naar een nieuwe docent.
b In deze twee maanden kan de leraar op zoek gaan naar een nieuwe baan.
7 A
8 Het invulwoord is: werkgever.

Slide 6 - Diapositive

Wie heeft er al een baan?

Slide 7 - Diapositive

Wat zou, anders dan salaris, een reden zijn om te gaan werken?

Slide 8 - Question ouverte

Arbeidsmotieven
Arbeidsmotieven zijn redenen om te willen werken:
- Geld te verdienen
- Sociale contacten met klanten en collega's
- nieuwe dingen leren
- Nuttig en zinvol bezig zijn

Slide 9 - Diapositive

Brutoloon en nettoloon
Je houdt niet alles van je brutoloon. De werkgever houdt loonbelasting en sociale premies in (zoals pensioen en uitkering).

Voorbeeld rekensom: Brutoloon is €1.850. Daarop wordt er €165 aan loonbelasting ingehouden en €92 aan sociale premies.

Je netto loon is. €1.850 - (€ 165 + € 92) = € 1.593

Slide 10 - Diapositive

Berekenen Minimumloon
maandloon x 12 : 52 = weekloon
weekloon : voltijdbaan = uurloon

Slide 11 - Diapositive

Het minimumloon voor een 18 jarige is € 817,80 per maand bij 38 uur per week. Bereken het weekloon en het uurloon

Slide 12 - Question ouverte

Berekenen Minimumloon
€ 817,80 x 12 : 52 = € 188,72

minimumloon is € 188,72 per week

€ 188,72 : 38 = € 4,97

mimimumloon is € 4,97 per uur

Slide 13 - Diapositive

Verder met...
Hoofdstuk 5.1

Slide 14 - Diapositive