3.1 koning en rijke burgers

3.1 
Koning en rijke burgers
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

3.1 
Koning en rijke burgers

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen 3.1
-Je kunt uitleggen hoe Koning Willem I Nederland regeerde.

-Je kunt uitleggen waarom België niet meer bij Nederland wilde horen.

-Je kunt uitleggen wat er veranderde met de komst van de nieuwe grondwet van 1848.

Slide 2 - Diapositive



Voor 1815 hoort Nederland bij Frankrijk.

Napoleon is keizer. 

Slide 3 - Diapositive

In 1815 wordt Napoleon verslagen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo


Koning Willem I

  • Nederland kreeg een nieuwe grondwet.
  • Maar de koning had bijna alle macht.
  • Koning Willem I hield zich veel bezig met de economie. Hij kreeg daardoor de bijnaam Koning-Koopman.

Slide 7 - Diapositive

Belgen in opstand
  • Grote verschillen tussen België en Nederland 
  • Ontevreden Belgen 
  • België spitst zich af in 1830  

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Willem I
was de koning,

maar luisterde niet naar ministers en
volksvertegenwoordigers.



Slide 11 - Diapositive


Koning Willem I

  • De koning had bijna alle macht.
  • Hij luisterde nauwelijks naar zijn ministers.
  • Koning Willem I hield zich veel bezig met de economie. Hij kreeg daardoor  de bijnaam Koning-Koopman

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo


Problemen

  • Nederland en België hoorden allebei bij het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

  • Maar er waren grote verschillen

Slide 14 - Diapositive

Belgen in opstand
  • Grote verschillen tussen België en Nederland 
  • Ontevreden Belgen 
  • België spitst zich af in 1830  

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Liberalen wilden:
-  meer vrijheid

- minder macht voor de koning

- en meer macht voor ministers en volksvertegenwoordigers.

Slide 17 - Diapositive

Overal in Europa waren revoluties tegen koningen. 

Willem II gaf de liberalen hun zin.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

In 1848 
schreef meneer Thorbecke de grondwet. 

  • Koning mag niks meer zelf beslissen, ministers besturen het land
  • maar een nieuwe wet moet worden goedgekeurd door de tweede kamer
  • Er komen verkiezingen 

Alleen rijke mannen kregen stemrecht.

Slide 21 - Diapositive

De koning verliest zijn macht
Wat stond er in de grondwet?
  1. Koning mag niks meer zelf beslissen, ministers besturen.
  2. Ministers moeten nieuwe wet laten goedkeuren door 1e + 2e kamer.
  3. Er komt stemrecht voor rijke mannen.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo