Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Ezelsbruggetje: ZWoBBeLS
zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
Mijn vader heeft het hek geschilderd.
Wat zijn de werkwoorden? En wat is het belangrijkste werkwoord (en kan je dus niet weglaten)?