Rekenen P1 les 1

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom bij Rekenen!

Aster van der Spelt

Opwarmles

Leerdoelen: 

- je hebt het rekenen en het denken weer gestart

- je weet welke onderdelen er op het examen komen en 

- je hebt geoefend met examen sommen. 

Examen 5 Domeinen

grootheden en eenheden

verhoudingen herkennen en gebruiken

oriëntatie in 2d en 3d wereld

omgaan met kwantitatieve informatie

procenten gebruiken

Beter Rekenen

Om de les te beginnen...

Tip: 

Wil je elke werkdag vier vragen beantwoorden op jouw niveau? En daarna de berekening / uitleg zien? Meld je gratis aan via beterrekenen.nl

Studiemeter

Kunnen we allemaal nog inloggen in Studiemeter?

Canvas is nog leeg. Daar zijn we nog mee bezig. 

Hoe staan jullie ervoor? Waar staan jullie in het studiemateriaal? 

Wie kan de meeste maken? 

Vraag 1

ju

20.000 -/- 8700 == 11.300

Vraag 2

ju

Uitleg

Willemijn wil een strippenkaart voor 20 uur zwemmen.

Met 1 strip kun je 75 min. zwemmen.

Je rekent uit hoeveel strippen je nodig hebt voor 20 uur.

Je hebt 16 strippen nodig voor 20 uur.

Je ziet in de afbeelding dat de prijs bij 16 strippen € 5,90 per strip is.

De strippenkaart die Willemijn koopt, kost 16 × € 5,90 = € 94,40.

Vraag 3

Uitleg

Er gaan 1.400.000 Nederlanders op vakantie naar Griekenland en Turkije. 58% hiervan gaat naar Turkije.

58% van 1.400.000 = 812.000 Nederlanders

71% van de 812.000 Nederlanders gaat in de zomer naar Turkije op vakantie.

71% van 812.000 = 576.520 Nederlanders

Afgerond op een duizendtal: 577.000 Nederlanders.

Er gaan 577.000 Nederlanders in de zomer op vakantie naar Turkije.

Vraag 4

0,2332 x 250 = 29,64 = 87,94

Vraag 5

Je leest dat 1% van de producten meer dan één euro kost.

7 op de 20 = zeven twintigste

7

20

 = 35% van de producten kost minder dan 50 cent.

100% − 1% = 99% van de producten kost één euro of minder.

99% − 35% = 64% van de producten kost minimaal 50 cent en maximaal één euro.

Vraag 6

3,2 ton = 3200 kg/ 40 gram = 80 x

80 x 80 mg = 6.400 mg / 1000 = 6,4 kg 

Vraag 7

Tieke koopt een terrarium voor 3 gekko’s.

Je ziet dat je voor 3 gekko’s een terrarium nodig hebt van 80 cm × 35 cm × 70 cm = 196.000 cm3.

Het terrarium is gegeven in liter, dus je rekent om naar liter.

196.000 cm3 = 196 dm3 = 196 l

Tieke heeft een terrarium nodig van 196 l.

Het terrarium van 180 l is te klein, ze moet het terrarium van 210 l kopen.

Een terrarium van 210 l kost € 224,90.

Tieke moet € 224,90 betalen.

Vraag 8

Er zijn 30 van de 120 knikkers zwart. Hoeveel % van de knikkers in de zak is zwart?

In een flat wonen 350 gezinnen.
14% van de gezinnen heeft een hond.
Hoeveel gezinnen in de flat hebben een hond?

Schema Zelf werken!

Wat moet je doen?	Deviant - Startrekenen MBO online - kies een onderdeel en maak een instaptoets
Hoe moet je het doen?	Lees de teksten goed, schrijf de berekening uit en denk aan de verhoudingen!
Hoeveel tijd heb je ervoor?	tot 5 minuten voor het einde van de les.
Hulp vragen aan?	Je buur, docent.
Wat als je eerder klaar bent?	Instaptoets van een ander onderdeel.

Zelf werken: 

Leerdoelen behaald?

- je hebt het rekenen en 

het denken weer gestart

- je weet welke onderdelen 

er op het examen komen en

- je hebt geoefend met examen sommen. 

Tot de volgende keer! 

Dan hebben we het over: 

Gestructureerd starten met de methode en voorbereiding op het examen.