Les 3 Unité 3

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze les ....
  • .... Kan ik iets vertellen over de Franse filmwereld.
  • ...  Heb ik nieuwe woorden in mijn persoonlijke woordenlijst gezet.
  • .... Kan ik de vlog begrijpen waarin Julien vertelt over een Franse film.

1.   De les duurt 45 min 
2.  Je hebt nodig: laptop; lesson up app, schrift, pen
3.  Je mobiel zit in je kluisje, je spullen liggen op je tafel, je let op wanneer de docent wil beginnen
timer
1:00
La semaine 13: mercredi le vingt-six mars
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze les ....
  • .... Kan ik iets vertellen over de Franse filmwereld.
  • ...  Heb ik nieuwe woorden in mijn persoonlijke woordenlijst gezet.
  • .... Kan ik de vlog begrijpen waarin Julien vertelt over een Franse film.

1.   De les duurt 45 min 
2.  Je hebt nodig: laptop; lesson up app, schrift, pen
3.  Je mobiel zit in je kluisje, je spullen liggen op je tafel, je let op wanneer de docent wil beginnen
timer
1:00
La semaine 13: mercredi le vingt-six mars

Slide 1 - Diapositive

Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: bespreken onreg.ww: écrire en herhalen: prendre et voir

1. Questions en overhoren apprendre 1
2. Bespreken écrire en herhalen prendre en voir 
3. Herhalen hoe maak je imparfait en futur
4. Welke ww. ken je al? Oefenen in Verbuga
5. Devoirs: mk 8a t/m e, apprendre 3  en herhalen apprendre 1 en 2 

Slide 2 - Diapositive

Le but d'aujourd'hui: 
Aan het eind van de les kun je het werkwoord écrire vervoegen en weet je weer hoe je de imparfait en de futur maakt


Slide 3 - Diapositive

Overhoring apprendre 1:
1. accro                                       8. het scherm
2. l'ordinateur                          9. de verbinding 
3. sauvegarder                        10. het computerspel
4. le message
5. le mot de passe
6. supprimer
7. online

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat is de imparfait voor tijd?
A
tegenwoordige tijd
B
onvoltooid verleden tijd
C
voltooide tijd
D
toekomende tijd

Slide 6 - Quiz

Dus: j'écrivais = ....
A
ik heb geschreven
B
ik zal schrijven
C
ik schreef
D
ik schrijf

Slide 7 - Quiz

Hoe maak je ook al weer de imparfait? Welke stappen volg je? Stap 1..., Stap 2.... stap 3...

Slide 8 - Question ouverte

Doe dit met het werkwoord: donner (geven)

Slide 9 - Question ouverte

Wij schreven:
A
Ils écrivaient
B
nous écrivons
C
nous avons écrit
D
nous écrivions

Slide 10 - Quiz

Zij schreef:
A
Ils écrivent
B
Elle écrit
C
Elle écrivait
D
Ils écrivaient

Slide 11 - Quiz

Jij hebt geschreven:
A
tu écris
B
tu as écrit
C
tu écrivais
D
tu a écrit

Slide 12 - Quiz

Wat is de futur voor tijd?
A
Onvoltooid verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
Toekomende tijd

Slide 13 - Quiz

Dus: vous écrirez =
A
jullie zullen schrijven
B
jullie schrijven
C
u zult schrijven
D
zij zullen schrijven

Slide 14 - Quiz

Hoe maak je ook al weer de futur? Stap 1... Stap 2....

Slide 15 - Question ouverte

Doe dit met het werkwoord: prendre = nemen

Slide 16 - Question ouverte

ik zal schrijven
Jij zult schrijven
Hij zal schrijven
Wij zullen schrijven
Jullie zullen schrijven
Zij zullen schrijven
nous écrirons
Vous écrirez
Ils écriront
J'écrirai
Tu écriras
Il écrira

Slide 17 - Question de remorquage

Welke onregelmatige werkwoorden ken je nog meer?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Hoe maak je de futur van: :

aller, avoir, être, devoir, faire, pouvoir, vouloir ( apart invoeren)

Slide 21 - Carte mentale

wij zullen zijn
jullie zullen hebben 
jij zult doen
u zult willen
hij zal gaan
u zult kunnen
ik zal moeten
tu feras
nous serons
je devrai
vous aurez
vous voudrez
vous pourrez
il ira

Slide 22 - Question de remorquage

Les devoirs:
mk 8a t/m e,  apprendre 3 en herhalen apprendre 1 en 2 

Slide 23 - Diapositive

Notre programme:
1. Questions? nakijken 5, 6
2. Overhoren apprendre 2
3. mk ex. 6 et 7
4. evaluer, 
5.  Devoirs: apprendre 1 et 2 et faire ex. 6 et 7

Slide 24 - Diapositive

Wat weet jij nog van de woord volgorde in het Frans? Noteer alles wat hierover in je opkomt
Woordvolgorde in het Frans

Slide 25 - Carte mentale

Woordvolgorde Frans: bevestigende zin
(plaats/tijd) ondw + alle werkwoorden + lv + mv + (plaats/tijd)
1. Vanavond, heeft Eva een cadeau aan haar broer gegeven
Ce soir, Eva a donné un cadeau à son frère.
2. Morgen ga ik een jurk kopen.
Je vais acheter une robe demain.

Slide 26 - Diapositive

Woordvolgorde Frans: ontkennende zin
(plaats/tijd) ondw + ontk+ eerste werkwoord+ ontk + ander werkwoord+ lv + mv + (plaats/tijd)
1. Vanavond, heeft Eva geen cadeau aan haar broer gegeven
Ce soir, Eva n'a pas donné un cadeau à son frère.
2. Morgen ga ik geen jurk kopen.
Je ne vais pas acheter une robe demain.

Slide 27 - Diapositive

Voordat je zelf aan de slag gaat, hier nog een aantal vragen

Slide 28 - Diapositive

Hoe herken je een werkwoord?

Slide 29 - Question ouverte

Hoe kom je achter het lijdend voorwerp in de zin?

Slide 30 - Question ouverte

Hoe vind je het meewerkend voorwerp in de zin?

Slide 31 - Question ouverte

welke ontkenningen ken je in het Frans?
De ontkenning/ la négation

Slide 32 - Carte mentale

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder
ont
avec
mes parents
toi
joué
un match de foot

Slide 33 - Question de remorquage

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder
allons
au
nous
théatre
?

Slide 34 - Question de remorquage

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder
n'
ennuyeuse
la promenade
pas
était

Slide 35 - Question de remorquage

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder
devenir
voulez
pourquoi
célèbre
vous

Slide 36 - Question de remorquage

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder
blessée
jamais
n'
elle
est

Slide 37 - Question de remorquage

Maak van de woorden hiernaast een goed lopende zin. Sleep ze naar het juiste vakje hieronder
a
les sports
Marco
d'équipe
aimé

Slide 38 - Question de remorquage

Wat weet je van de vraagzinnen in het Frans?

Slide 39 - Question ouverte

Les 3 Unité 3

Slide 40 - Diapositive