WO - Herhaling WO I en WO II

WO I ->
<- WO II
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
W.O.Lager onderwijs

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

WO I ->
<- WO II

Slide 1 - Diapositive

WO I

Slide 2 - Diapositive

Wat was de directe aanleiding voor WOI?
A
Ruzie over macht tussen Servië en België
B
Oostenrijk wilde wereldleider worden
C
De moord op de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand en zijn vrouw
D
Hitler wilde een groot Duits rijk.

Slide 3 - Quiz

Hoe noemen we landen die zich niet willen mengen in de oorlog?
A
Geallieerden
B
Neutralen
C
Centralen

Slide 4 - Quiz

Wie zijn de geallieerden?
A
De aanvallers uit WO I
B
Landen die een verbond gesloten hadden om samen te vechten indien nodig.
C
Centralen
D
Landen die zich niet wilden mengen in de oorlog.

Slide 5 - Quiz

De geallieerden. Welke landen waren dat?
A
Frankrijk, Rusland, Groot-Brittannië en de VS
B
Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Bulgarije, Turkije en Italië.
C
België, Frankrijk en Groot-Brittannië
D
Duitsland en Frankrijk

Slide 6 - Quiz

Waarom werden de aanvallers 'De centralen' genoemd?
A
Ze hadden een neutrale positie in de oorlog.
B
De landen lagen rondom centrale landen in Europa.
C
Ze hadden een centrale ligging in Europa.

Slide 7 - Quiz

Wanneer vielen de Duitsers ons land binnen?
A
4 augustus 1918
B
4 augustus 1914
C
14 augustus 1918
D
14 augustus 1914

Slide 8 - Quiz

Waarom raakte België betrokken bij de oorlog?
A
België was boos door de oorlog.
B
België was van in het begin al betrokken bij de oorlog.
C
Frankrijk had België overtuigd om mee te vechten.
D
België wilde de Duitsers geen doorgang verlenen.

Slide 9 - Quiz

Hoe wordt WO I nog genoemd? Er zijn 2 juiste mogelijkheden. Kies er 1 van.
A
Wateroorlog
B
Artillerieoorlog
C
Loopgravenoorlog
D
Uitputtingsoorlog

Slide 10 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Soldaten in loopgraven tijdens WO I.
B
Niemandsland.
C
Een massagraf van overleden soldaten.

Slide 11 - Quiz

Hoe heet het deel van België dat nooit 'bezet' is geweest.
A
Niemandsland
B
Ieper
C
De Westhoek
D
De Ijzer

Slide 12 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Soldaten in loopgraven tijdens WO I.
B
Klaroeners onder de Menenpoort
C
Soldaten uit WO I

Slide 13 - Quiz

Waar wordt elke dag om 20u 'The last post' gespeeld ter ere van de gesneuvelde soldaten tijdens WO I?
A
Diksmuide
B
Passendale
C
Nieuwpoort
D
Ieper

Slide 14 - Quiz

Geef een andere benaming voor de kilometerslange loopgraven die bovengronds gebouwd werden in Diksmuide.
A
Niemandsland
B
De dodengang
C
The last post
D
The poppy

Slide 15 - Quiz

Geef een andere benaming voor het stuk land tussen 2 vijandige loopgraven.
A
Niemandsland
B
De dodengang
C
The last post
D
The poppy

Slide 16 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Loopgraven uit WO I
B
Klaroeners onder de Menenpoort
C
De ijzertoren
D
Tyne cot cemetary in Zonnebeke/Passendale

Slide 17 - Quiz

Wanneer werd een akkoord bereikt om een einde te maken aan WO I?
A
Op 11 november 1914
B
Op 11 november 1945
C
Op 11 november 1918
D
Op 4 augustus 1918

Slide 18 - Quiz

Waarom koos men er voor om de wapenstilstand pas om 11u op 11 november 1918 te laten ingaan?
A
Dan konden ze nog 6u proberen om toch te winnen.
B
Dan was het om 11u op de 11de dag van de 11de maand.
C
Ze wilden nog een laatste keer alles uit de kast halen.
D
Omdat er om 5u 's nachts niemand wakker is.

Slide 19 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Het Albert I-monument dat het verhaal van de onderwaterzetting vertelt.
B
De ijzertoren in Diksmuide die als gedenkteken gebouwd werd voor de overleden soldaten.
C
De Menenpoort waar elke avond 'The Last Post' wordt gespeeld.
D
Tyne cot cemetary in Zonnebeke/Passendale

Slide 20 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Het Albert I-monument dat het verhaal van de onderwaterzetting vertelt.
B
De Ijzertoren in Diksmuide die als gedenkteken gebouwd werd voor de overleden soldaten.
C
De Menenpoort waar elke avond 'The Last Post' wordt gespeeld.
D
Tyne cot cemetary in Zonnebeke/Passendale

Slide 21 - Quiz

Wanneer werd het verdrag van Versailles ondertekend?
A
11 oktober 1918
B
11 november 1918
C
28 juni 1919
D
11 november 1914

Slide 22 - Quiz

Wie werd in het Verdrag van Versailles als grote schuldige voor WO I bestempeld?
A
België
B
Frankrijk
C
Rusland
D
Duitsland

Slide 23 - Quiz

Waarom werd de klaproos het symbool voor WO I?
A
De Duitsers brachten deze bloemen mee.
B
De Fransen brachten deze bloemen mee.
C
Ze bloeiden veelvuldig op de slagvelden.

Slide 24 - Quiz

1940-1945
WO II

Slide 25 - Diapositive

Wanneer viel Duitsland binnen in België en Nederland?
A
10 mei 1945
B
18 mei 1940
C
14 mei 1945
D
10 mei 1940

Slide 26 - Quiz

Na hoeveel dagen gaf België zich over?
A
na 4 dagen
B
na 8 dagen
C
na 18 dagen
D
België gaf zich nooit over.

Slide 27 - Quiz

Wat was het doel van Adolf Hitler?
A
Hij wilde een groot Duits rijk en bepaalde bevolkingsgroepen uitroeien.
B
Hij wilde landen veroveren om dan eerlijk te verdelen onder de leiders.

Slide 28 - Quiz

Wat betekent het woord Führer?
A
Gestapo
B
Geheime politie.
C
dictatuur
D
Leider.

Slide 29 - Quiz

Wat is een dictatuur?
A
Mensen die leven onder leiding van een dictator en zijn regels moeten volgen. Niet positief!
B
De geheime politie van Hitler
C
Aanhangers van de ideologie van Hitler.
D
Een groep Nazi's

Slide 30 - Quiz

Wie waren de bondgenoten van Hitler en dus de AS-mogendheden?
A
Italië en Frankrijk
B
Frankrijk en Japan
C
Japan en Italië
D
België en Frankrijk

Slide 31 - Quiz

Wie waren de geallieerden (verdedigers) tijdens WO II?
A
Italië en Frankrijk
B
Verenigd Koninkrijk, Italië en Rusland
C
Verenigd Koninkrijk, Verenigde staten en Rusland
D
België en Frankrijk

Slide 32 - Quiz

Duid een groep aan die Hitler wilde uitroeien. Er zijn 2 mogelijkheden. Kies er 1 van.
A
De Nazi's
B
De Joden
C
De Roma en de Sinti
D
De Belgen

Slide 33 - Quiz

Waarom wilde Hitler de Joden dood?
A
Hij vond ze gewoon niet leuk.
B
Zijn familie was Joods en hij had ruzie met zijn familie.
C
Hij koos gewoon zomaar een groep uit.
D
Ze waren volgens hem de oorzaak van het verliezen van WOI en brachten ongeluk.

Slide 34 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Het Fort van Breendonk
B
De toegangspoort van Auschwitz
C
De dossinkazerne
D
Een gaskamer

Slide 35 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Het Fort van Breendonk
B
De toegangspoort van Auschwitz
C
De dossinkazerne
D
Een gaskamer

Slide 36 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Het Fort van Breendonk
B
De toegangspoort van Auschwitz
C
De dossinkazerne
D
Een gaskamer

Slide 37 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Het Fort van Breendonk
B
De toegangspoort van Auschwitz
C
De dossinkazerne
D
Een gaskamer

Slide 38 - Quiz

Anne Frank werd bekend maar heeft het zelf nooit geweten. Hoe kwam dit?
A
Ze overleefde het, vertelde haar verhaal en na haar dood werd het uitgezonden.
B
Na haar dood werd haar dagboek gevonden en uitgegeven in een boek.
C
Ze hielp alle Joden ontsnappen maar raakte zelf gewond en stierf.

Slide 39 - Quiz

Wat betekent het woord Holocaust?
A
Het is een ander woord voor gaskamer.
B
Het is een andere naam voor de hele WO II.
C
Dit was een scheldnaam voor Hitler.
D
Het woord wordt gebruikt om de dood van een grote groep mensen te omschrijven.

Slide 40 - Quiz

Hoe werd WO II nog genoemd?
A
Gaskameroorlog
B
Hitleroorlog
C
Bewegingsoorlog
D
Concentratiekampoorlog

Slide 41 - Quiz

Een deeltje van ons volk werkte samen met de vijand. Dat heet...
A
het verzet
B
Holocaust
C
Collaboratie

Slide 42 - Quiz

Een deeltje van ons volk probeerde de vijand dan weer zo veel mogelijk te hinderen. Deze mensen zaten bij ...
A
Het verzet
B
De Holocaust
C
De collaboratie

Slide 43 - Quiz

Op 30 april weet Hitler dat hij de oorlog zal gaan verliezen. Wat deed hij?
A
Hij gaf zich over.
B
Hij vluchtte naar de andere kant van de wereld
C
Hij deed nog 1 ultieme poging om de wereld te vernietigen
D
Hij pleegde zelfmoord, samen met zijn vrouw.

Slide 44 - Quiz

Wanneer gaf Duitsland zich over?
A
18 mei 1945
B
8 mei 1940
C
8 mei 1945
D
8 mei 1955

Slide 45 - Quiz

Was dit ook het officiële einde van WO II?
A
Ja
B
Nee

Slide 46 - Quiz

Het officiële einde van WO II was op 2 september 1945. Wat was er gebeurd?
A
De Verenigde staten lieten een bom vallen op Hiroshima en Nagasaki in Japan en Japan gaf zich over.
B
Het nieuwe schooljaar was van start gegaan.
C
Japan had geen zin meer in oorlog en was het beu.
D
Japan had de strijd gewonnen.

Slide 47 - Quiz

WO I ->
<- WO II

Slide 48 - Diapositive