C1 p3 Mening, argument en conclusie

Leesvaardigheid
Mening, argument en conclusie 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheid
Mening, argument en conclusie 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel

  • Aan het eind van de les heb je geleerd dat wat een mening, argument en conclusie is.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Leesvaardigheid
Mening, argument en conclusie 

Slide 4 - Diapositive

Mening

  • Een schrijver kan opschrijven wat hij van iets vindt of hoe hij ergens over denkt. Hij geeft dan zijn mening. 
  • Met een mening, ook wel standpunt genoemd, kun je het eens of oneens zijn. 

Een mening kan je niet controleren

Slide 5 - Diapositive

Mening

  • Een mening herken je vaak aan signaalwoorden zoals: ik vind, volgens mij, naar mijn mening, mijn opvatting is.

Bijvoorbeeld: 
Ik vind afval scheiden erg belangrijk.

Slide 6 - Diapositive

Argumenten
Als de schrijver uitlegt WAAROM hij iets vindt, geeft hij een argument. 
Argumenten zijn ook wel de bouwstenen van jouw mening.

Bijvoorbeeld: 
Ik vind afval scheiden erg belangrijk (mening), want dan weet ik zeker dat ik het milieu daarmee help (argument).

Slide 7 - Diapositive

Argumenten

Een argument herken je aan signaalwoorden zoals: want, omdat, namelijk, immers.

Slide 8 - Diapositive

Conclusie
Aan het einde van de tekst, als de schrijver alle argumenten heeft gegeven, trekt hij een conclusie. 
De schrijver kan dan kort zijn mening en argumenten herhalen

Een conclusie herken je aan signaalwoorden zoals: dus, concluderend, dat betekent. 

Slide 9 - Diapositive

Conclusie

Bijvoorbeeld:
Uit alles wat ik heb gezegd, blijkt dus dat ik het belangrijk vind om goed voor het milieu te zorgen.

Slide 10 - Diapositive

Wat ga je doen?
Wat: Opdracht 1 - Cursus 1 paragraaf 3 > blz. 18 (K) of blz. 17 (B)
Hoe: tweetallen
Hulp: je docent​
Tijd: 20 minuten​
Klaar: lezen of huiswerk maken > opdracht 2 en 3

Slide 11 - Diapositive