Thema 3, les 16

Thema 3, les 16
Taal actief 5
Speciaal voor groep 8B
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 3, les 16
Taal actief 5
Speciaal voor groep 8B

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent 'de marketing'?
A
een stukje dat je tegen betaling in een krant of website oid. plaatst
B
het maken van een plan om een product zo goed mogelijk te verkopen
C
waar je goed over na hebt gedacht
D
een persoon die via sociale media mensen kan beïnvloeden

Slide 2 - Quiz

Wat betekent 'de doelgroep'?
A
het heelal
B
een groep mensen die een product of dienst test en beoordeelt
C
de mensen voor wie iets is bedoelt
D
een persoon die via sociale media mensen kan beïnvloeden

Slide 3 - Quiz

Wat betekent 'optimaal'?
A
Zo goed mogelijk, op de beste manier
B
Zoals duidelijk blijkt
C
Reclame voor iets maken
D
Het is niet te begrijpen

Slide 4 - Quiz

Wat betekent 'ergens verzeild raken'?
A
het is niet te begrijpen
B
vanuit je gevoel, zonder erover na te denken
C
onbedoeld ergens terecht komen
D
waar je goed over hebt nagedacht

Slide 5 - Quiz

Wat betekent 'ruimdenkend'?
A
zonder begrip voor ideeën en wensen van anderen
B
niet in staat om een besluit te nemen
C
met begrip voor ideeën en wensen van anderen
D
bekendmaken, in het openbaar vertellen

Slide 6 - Quiz

Wat betekent 'de rector'?
A
te uitgebreid en erg saai
B
uitzoeken
C
enorm groot
D
het hoofd van een middelbare school

Slide 7 - Quiz

Wat betekent 'gedecideerd'?
A
zonder besef van de dingen om je heen
B
uitzoeekn
C
onbegrijpelijke taal
D
beslist, vastberaden

Slide 8 - Quiz

Wat betekent 'wezenloos'?
A
zonder besef van de dingen om je heen
B
enorm groot
C
te uitgebreid en erg saai
D
verliefd zijn op iemand

Slide 9 - Quiz

Wat betekent 'bruut'?
A
ruw, geweldadig
B
voorzichtig, zachtaardig
C
iets naar voren brengen in een gesprek
D
in het begin

Slide 10 - Quiz

Wat betekent 'aanvankelijk'?
A
wat je minimaal nodig hebt
B
enorm
C
nog helemaal heel, niet kapot
D
in het begin

Slide 11 - Quiz

Wat betekent 'te hard van stapel lopen'?
A
voorzieningen in een land zoals wegen, vliegvelden en bruggen
B
iets te snel willen, doen of aanpakken, zonder plan of overleg
C
iets groter of erger maken, overdrijven
D
tijd, geld of energie aan iets besteden

Slide 12 - Quiz

Wat betekent 'toebedelen'?
A
voorzichtig, zachtaardig
B
ruw, geweldadig
C
iets naar voren brengen in een gesprek
D
bepalen dat iemand iets krijgt

Slide 13 - Quiz

Hoe goed wist jij de betekenissen nog?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage