lidwoorden lj 1

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Lidwoorden

In het Engels gebruik je 3 lidwoorden

- a (een)

- an (een)

- the (de/het)

Net als in het Nederland:

"de/het" en "een"

Maar in het Engels moet je goed luisteren naar de KLANK

Behalve bij "the". Dat is het lidwoord dat je altijd kan gebruiken 

Wanneer gebruik je "a"?

Als het volgende woord begint met een medeklinker OF een medeklinker KLANK?

Wat is dat? Sommige woorden beginnen met een klinker maar spreek je toch anders uit...

Voorbeelden met "a"

a table

a pencil

a cup

maar ook:

a university (Joeniversity)

a European country (Joeropean country)

Wanneer gebruik je "an"?

Als het volgende woord begint met een klinker OF een klinker KLANK?

Wat is dat? Sommige woorden beginnen met een klinker maar spreek je toch anders uit...

Voorbeelden met "an"

an apple

an egg

an exciting incident

maar ook...

an hour (an our)

an honest opinion (an onest opinion)

kies het juiste lidwoord:
I really want .... cup of tea

1. an
2. a

kies het juiste lidwoord:
I have .... aunt who lives in Amsterdam

1. a
2. an

kies het juiste lidwoord:
Do you have ... iPhone?

1. an
2. a

No, I have ..... Android phone

1. an
2. a

kies het juiste lidwoord:
He wants to be ... YouTuber

1. a
2. an

kies het juiste lidwoord:
At my school, we have to wear ... uniform

1. a
2. an

That is ..... incredible song!

1. an
2. a

I don't like ..... ugly bag

1. an
2. a

Maak een zin met a of an:
Ik wil een laptop

Maak een zin met a of an:
Jij hebt een appel

Maak een zin met a of an:
Mijn broer heeft een kleine auto

Maak een zin met a of an:
Zij heeft een geweldig (amazing) feestje

Maak een zin met a of an:
Ik heb een nichtje (cousin)