Werkwoorden Lowan Het Huis

Fijn dat je er bent!

1 / 30

Slide 1: Diapositive

NT2ISK

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Diapositive

Agenda

Mededelingen
Wat weet je nog of al?
Theorie / Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Herhalen
Evalueren & Afsluiten

Wat gaan we doen?

Nieuwe werkwoorden leren
Oefenen met de werkwoorden en met de klok
Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Blijven

quedarse

залишитися

inuu joogo

للبقاء

wonen

Slide 3 - Diapositive

blijven

ik blijf

jij blijft

hij blijft

zij blijft

wij blijven

jullie blijven

zij blijven

wonen

ik woon

jij woont

hij woont

zij woont

wij wonen

jullie wonen

zij wonen

Slide 4 - Diapositive

slapen

opruimen

Slide 5 - Diapositive

slapen

ik slaap

jij slaapt

hij slaapt

zij slaapt

wij slapen

jullie slapen

zij slapen

opruimen

ik ruim op

jij ruimt op

hij ruimt op

zij ruimt op

wij ruimen op

jullie ruimen op

zij ruimen op

Slide 6 - Diapositive

verhuizen

schoonmaken

Slide 7 - Diapositive

verhuizen

ik verhuis

jij verhuist

hij verhuist

zij verhuist

wij verhuizen

jullie verhuizen

zij verhuizen

schoonmaken

ik maak schoon

jij maakt schoon

hij maakt schoon

zij maakt schoon

wij maken schoon

jullie maken schoon

zij maken schoon

Slide 8 - Diapositive

wassen

opstaan

Slide 9 - Diapositive

wassen

ik was

jij wast

hij wast

zij wast

wij wassen

jullie wassen

zij wassen

opstaan

ik sta op

jij staat op

hij staat op

zij staat op

wij staan op

jullie staan op

zij staan op

Slide 10 - Diapositive

strijken

zijn

هي، أنا

waa, waan ahay

Slide 11 - Diapositive

strijken

ik strijk

jij strijkt

hij strijkt

zij strijkt

wij strijken

jullie strijken

zij strijken

zijn

ik ben

jij bent

hij is

zij is

wij zijn

jullie zijn

zij zijn

Slide 12 - Diapositive

Drogen

Hebben

inuu yeesho

tener

мати

لديك

Slide 13 - Diapositive

drogen

ik droog

jij droogt

hij droogt

zij droogt

wij drogen

jullie drogen

zij drogen

hebben

ik heb

jij hebt

hij heeft

zij heeft

wij hebben

jullie hebben

zij hebben

Slide 14 - Diapositive

Maak de opdracht

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Weet je nog?

Slide 17 - Diapositive

het is .............uur

het is ............uur

het is .............uur

Slide 18 - Diapositive

het is half

Slide 19 - Diapositive

kwart voor .........

Slide 20 - Diapositive

Kwart over .......

Slide 21 - Diapositive

5 over .......

Slide 22 - Diapositive

5 voor........

Slide 23 - Diapositive

10 over .....

Slide 24 - Diapositive

5 over half ....

Slide 25 - Diapositive

5 voor half ....

Slide 26 - Diapositive

10 voor half ...

Slide 27 - Diapositive

10 over half ....

Slide 28 - Diapositive

10 voor ...

Slide 29 - Diapositive

Maak de opdracht.

Hulp nodig?

Slide 30 - Diapositive