3.1 Orientatie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hallo!

Niet vergeten;

- Telefoon in je kluisje! Als ik hem zie in de les, ben je hem kwijt tot het einde van de dag!

- Wil je iets zeggen of vragen? Steek je hand omhoog.

Heb je al je vingers nog?

1. Ja!
2. Nee :'(
3. Vingers wel, tenen niet...
4. Vingers, wat is dat?

Omschrijf jou kerstvakantie in 1 zin.

3.1

Oriëntatie op nieuw hoofdstuk

B2

Dagmenu

1. Introductie                       (5min)

2. Oriëntatie op hoofdstuk  (15min)

3. Opdrachten                     (15min)

4. Afsluiting                          (5min)

Tijd van burgers en stoommachines

Oriëntatie

Tijdvak 8, tijd van de burgers en stoommachines          1800-1900

Waar gaat het over?

• De koning en de rijke mensen
• De opkomst van de fabrieken
• Groei van de steden
• De arbeidersstrijd en het Socialisme
• Nederlands-Indië en het cultuurstelsel
• Imperialisme en nationalisme

Werkstuk

• Je gaat opzoek naar de invloed van de Industriële Revolutie in jou plaats.
• Geschreven: 1000-1200 woorden, lettergrootte 12.
• Getekend: Kaart van jou woonplaats met daarop ingekleurd welke veranderingen er waren met beschrijving, en een legenda.
• 
  
• Inleveren via Magister voor vrijdag 9 februari 23:59
  

Plantage = Groot landbouwbedrijf in de tropen, waar meestal één product wordt verbouwd.

Slavernij = Als een mens als iemands bezit wordt gezien, en gedwongen voor hem moet werken.

Opdrachten/Huiswerk

Maak: 3.1A en 3.1B, Oriëntatie

Volgende les: 3.2 Koning en rijke burgers

Hallo!

Niet vergeten;

- Telefoons zijn niet zichtbaar in de les. Doe ze in de telefoontas! 

- Wil je iets zeggen of vragen? Steek je hand omhoog.

2.4

Slaven op de plantages

B2

Wat wordt er op de plantages verbouwd?

1. Katoen, cacao, suiker, koffie of tabak
2. Katoen, cacao, mais, graan of aardappelen
3. Bloemkool, peper, suiker, koffie of tabak
4. Melk, kaas, salami, chocoladepasta of noodels

Dagmenu

1. Introductie                       (5min)

2. Huiswerk nakijken           (5 min)

2. Slaven op de plantages  (10min)

3. Opdrachten                     (15min)

4. Afsluiting                          (5min)

Tijd van Pruiken en Revoluties

Handel in mensen

Afrikanen vs Afrikanen, Arabieren handelen, Europa gaat ook handelen

Europa kocht slaven met o.a. wapens. Hierdoor altijd genoeg slaven.

Elf miljoen slaven van Afrika naar Amerika, half miljoen door NL

Verbod op slavernij

Franse Revolutie            Gelijkheid voor alle mensen, dus ook voor slaven

Abolitionisten, voor het afschaffen, William Wilberforce, tegenstand, maar toch afschaffing in 1833 in Engeland

In 1863 pas in Nederland

Àbolitionist = Iemand die in de achttiende en negentiende eeuw streed voor afschaffing van de slavernij.

Dit moet je onthouden!

In de achttiende eeuw handelden Europese landen in slaven, ook Nederland. Slaven werden met schepen van West- Afrika naar Amerika gebracht. Daar werkten ze op plantages in de Europese koloniën. Ze werden vaak slecht behandeld. Abolitionisten waren tegen de slavernij. Ze wisten steeds meer mensen te overtuigen. Daardoor werd in de negentiende eeuw de slavernij afgeschaft.

Wie heeft voor de afschaffing van Slavernij gezorgd?

1. Lodewijk Napoleon
2. William Wilberforce
3. Koning Willem 2
4. Koning Willem 5

Hoe en door wie werd er gehandeld in slaven?

Opdrachten/Huiswerk

Lees: 

Maak:

2.5C

Volgende les: Oefentoets!