Groepsdynamica - Effectieve communicatie met groepen
Effectief communiceren met een groep
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolHBOStudiejaar 2
Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 10 min
Éléments de cette leçon
Effectief communiceren met een groep
Slide 1 - Diapositive
Planning
De negen aspecten
Twee casussen
Afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Feedback vragen
Als zender navragen of de boodschap is overgekomen, maar ook als ontvanger.
Dus: ''Snap je wat ik bedoel?"
Dus: ''Bedoel je hiermee?''
Slide 3 - Diapositive
Referentiekader van de ontvanger
;
Houd rekening met publiek
Dus denk aan niveau, leeftijd, achtergrond
Slide 4 - Diapositive
Weer verbaal en non-verbaal congruent
;
Wat je zegt moet overeen komen met wat je uitbeeld.
Dus je wordt boos op een leerling die verstorend gedrag vertoont, maar je kijkt hier ook boos bij.
Slide 5 - Diapositive
Herhaal de boodschap via verschillende kanalen
;
Zet verschillende middelen in om te achterhalen of de boodschap goed is aangekomen.
Bijvoorbeeld medestudenten of PowerPoint
Slide 6 - Diapositive
Wees geloofwaardig
Warm en vriendelijk zijn
Gemotiveerd om de waarheid te vertellen
Slide 7 - Diapositive
Beschrijf gedrag zonder oordeel
Ik zie dat je onderuitgezakt zit/ Je bent lui of moe
Slide 8 - Diapositive
Benoem gevoelens
Vertel wat bepaald gedrag met JOUW doet
Slide 9 - Diapositive
Gebruik enkelvoud
Dus: de ik-boodschap
Slide 10 - Diapositive
De volledige boodschap
Duidelijke instructie geven.
Onvolledige boodschap zorgt voor onrust.
Slide 11 - Diapositive
Casus 1
Jimmy zit onderuitgezakt in zijn stoel en al zijn aandacht gaat naar de telefoon in zijn hand.
Hoe zou je dit aanpakken?
Slide 12 - Diapositive
Casus 1 nabespreken
De ik-boodschap gebruiken
Gevoelens benoemen
Verbaal en nonverbaal congruent zijn
Gedrag beschrijven zonder oordeel
Slide 13 - Diapositive
Casus 2
Je kijkt mee met een les van je werkplekbegeleider. Na de uitleg geeft je wpb aan dat de leerlingen zelfstandig aan de slag mogen met de opdrachten. Er ontstaat onrust in de klas. Je wpb wordt hier boos om en schreeuwt dat de leerlingen aan het werk moeten!